Wat is nodig om parkeergarages seniorproof te maken?

Volgens recente prognoses van het CBS zal het aantal 65-plussers in Nederland toenemen van 3,6 miljoen in 2023 tot 4,8 miljoen in 2040. Op dit moment is het aantal rijbewijsbezitters ouder dan 65 jaar al ruim 2,7 miljoen waarvan bijna een miljoen ouder dan 75 jaar. Verder zal het aandeel vrouwen, meestal wat kwieker dan mannen, met een rijbewijs aanzienlijk groter worden. Deze aantallen ouderen die ook aan het verkeer deelnemen, stelt andere eisen aan het wegontwerp zo bleek uit een publicatie van het CROW ‘Seniorenproof Wegontwerp’.

Ouderen, maar ook anderen met beperkingen kunnen zich alleen goed verplaatsen als niet alleen de verkeersruimte rekening houdt met hun beperkingen maar ook parkeergarages. Daarbij gaat het niet alleen om openbare maar ook om stallinggarages en andere niet openbare garages.

 

 

Van de redactie Vexpansie  | Jitze Rinsma, Rinsma Parkeeradvies en redactie Vexpansie

 

 

In dit artikel wordt de term senioren gebruikt.  Senioren zullen in de toekomst actief blijven parkeren, zowel met als zonder passagiers. Dit senior parkeren vraagt om aanvullende voorzieningen in alle typen parkeergarages. In de regelgeving (Bouwbesluit, de NEN 2443 en het Handboek voor Toegankelijkheid) zijn wel ontwerpeisen opgenomen voor gehandicapten, doch geen specifieke ontwerp aanbevelingen voor senioren.
Een ander aspect dat naar verwachting de komende tijd zal spelen is een toenemende claimcultuur. Eigenaren/exploitanten van garages kunnen voor ontwerpfouten aansprakelijk worden gesteld en de beheerder kan schuld aansprakelijk worden gesteld bij onvoldoende onderhoud, beheer en schoonmaak.

Reden genoeg om na te gaan of en zo ja welke aanbevelingen – aanvullend op de NEN 2443 – er in dit verband gedaan kunnen worden.  Deze aanbevelingen kunnen, afhankelijk van het gebruiksprofiel, opgenomen worden in PvE’s of in vraagspecificaties voor de bouw van nieuwe parkeergarages én leidend zijn bij het maken van plannen voor renovaties van bestaande garages.

Eerst wordt ingegaan op de beperkingen van senioren.  Daarna worden de aanbevelingen per element toegelicht.

 

 

De beperkingen van senioren (geciteerd uit CROW-publicatie nr. 309, zie bronnen)

Waarnemen

Bij het ouder worden neemt het gezichtsvermogen en het gehoor af. Het gevolg is dat o.a. de gezichtsscherpte en het omgevingszicht afnemen. Doordat dit geleidelijk gebeurt, is men zich niet altijd bewust van de verminderde waarneming, wat leidt tot overschatting. Senioren hebben ook meer moeite met het waarnemen van details en contrasten.

 

Beslissen

Het initiëren van een handeling duurt bij senioren langer door de moeite met aandacht houden, verminderd reactievermogen en moeite van het omgaan met veranderingen.

 

Handelen

Hierbij spelen verminderde flexibiliteit door gewrichtsslijtage, afname van spiersterkte en uithoudingsvermogen een rol. Belangrijk in dit verband is een verminderde coördinatie, moeite met evenwicht houden en duizeligheid.

Daarnaast hebben senioren over het algemeen last van een sterke afname van het vermogen om hun bewegingen aan te passen aan plotselinge (noodzakelijke) veranderingen. Men kijkt vaak meer naar de grond dan naar de omgeving met alle gevolgen van dien. En als men bang is te vallen, is het risico erop groter en valt men ook eerder. Daarbij speelt een rol dat letsel als gevolg van ongevallen bij senioren groter is dan bij jongere mensen. En herstel duurt langer.

 

 

Welke maatregelen maken een garage seniorproof?

In algemene zin helpt uniformiteit van systemen en situaties in garages. Logische situaties, beperking van complexiteit en consistentie in parkeergarages helpen daarbij ook. Daarnaast verdient het aanbeveling om een aantal inrichtingselementen op de beperkingen van senioren af te stemmen. Immers de zwakste schakel bepaalt of een parkeergarage seniorproof is en of deze doelgroep er parkeert en later opnieuw in de garage parkeert. Het hanteren van een goed wayfinding systeem kan behulpzaam zijn bij het onderzoek naar senior proof zijn van garages.

 

 

De aanbevelingen

Parkeren en in- en uitstappen.

Ouderen vinden in- en uit parkeren lastig. Parkeren onder een schuine hoek van bijvoorbeeld 60% wordt aanbevolen omdat dat voor zowel in- als uit parkeren gemakkelijker wordt ervaren.

Uit- en instappen kost als men ouder wordt ook meer moeite. Denk daarbij ook aan het gebruik van de rollator. Dat vraagt in combinatie met schuin parkeren om het toepassen van brede parkeerplaatsen. Aanbevolen wordt een grotere breedte dan genoemd NEN 2443 (>= 2.50 m).

In garages is het rijgedeelte met een coating vaak stroever dan het parkeergedeelte en het voetgangersgedeelte. Entrees, trappenhuizen, trappen, liften, roltrappen, rolbanen en (voeg)overgangen worden vaak uitgevoerd in verschillende materialen met verschil in stroefheid. Denk daarbij aan beton, al of niet voorzien van een coating, natuursteen, hout of metaal. Daarbij kan ook sprake zijn van plasvorming. Onder natte en vuile omstandigheden kunnen deze glad zijn. Daarmee vormen vloeren een risico voor uitglijden en vallen. In de NEN 2443 wordt in de normtekst zelf niet maar alléén in de toelichting ingegaan op het toepassen van afschot en het voorkomen van plasvorming. Daarom wordt aanbevolen op deze vloergedeelten voldoende afschot en (daarop afgestemd vlakheid) toe te passen zodat plasvorming en het nat blijven van de vloer beperkt blijft. Aanbevolen wordt eisen te stellen aan afschot en wat vlakheid als eis te hanteren hoger dan matig vlak volgens de NEN 2747 aan vloergedeelten met medegebruik door voetgangers/voetgangersgedeelten. Dat beperkt het risico op uitglijden en vallen op een natte vloer.

 

In de tweede plaats wordt aanbevolen loopgedeelten stroef uit te voeren omdat daarmee de kans op vallen met alle gevolgen van dien wordt beperkt. Bij treinstations speelt dezelfde problematiek. ProRail stelt voor voetgangersgedeelten bij stations al jaren eisen aan de afwerking van vloeren en traptreden. Zij gaf in de productspecificatie SPC 00216 versie 3 al aan dat om vocht- en vuiltransport te voorkomen, dient daar waar sprake is van een overgang van buiten naar binnen een droogloopzone/vuilsluis te worden aangebracht. Dergelijke voorzieningen worden zeker ook bij openbare garages als noodzakelijke voorziening aanbevolen bij overgangen van het rij/parkeer deel naar trappenhuizen/voetgangersuitgangen. Daarnaast wordt – net als ProRail doet – aanbevolen daar waar richtingverandering plaats heeft, een hogere stroefheid toe te passen. In parkeergarages geldt dat bij zones voor trappen, liften etc. . Voor gedeelten waar voetgangers in garages lopen of waar sprake is van medegebruik wordt aanbevolen als maat voor stroefheid de µ van 0,44 (cf. de NEN 7909) te hanteren voor onder droge en natte omstandigheden

 

Looproutes

Het is van belang dat looproutes goed verlicht zijn zowel wat betreft lichtniveau als wat betreft gelijkmatigheid zodat op vloerniveau voldaan wordt aan de eisen uit de aanbeveling Verlichten van parkeergarages, parkeerdekken en parkeerterreinen (NSVV). Als sprake is van hoogteverschillen, verschil in stroefheid of obstakels, wordt aanbevolen om een hoger verlichtingsniveau toe te passen. Verder helpen bij de oriëntatie van voetgangers en automobilisten de toepassing van voldoende contrasterende kleuren tussen voetgangersgedeelten en rijwegen )

 

Leuningen

Voor senioren met evenwichtsproblemen of een beperkt uithoudingsvermogen en slechtzienden is een doorgaande leuning op een goede positie/hoogte etc. langs beide zijden van trappen, op tussenbordessen en in liften belangrijk. Daarom wordt aanbevolen:

  • Bij trappen minimaal een ronde buis profiel toepassen op een hoogte van 1.00 m. Optioneel een extra leuning (ronde buis) op 0,70 m boven het horizontale gedeelte/de traphelling van de trap;
  • De leuning dient bij het einde van de trap minimaal 0.6 m door te lopen (en begint eveneens minimaal 0.6 m eerder). Een en ander betekent dat de bordessen daarop aangepast moeten zijn.
  • De leuningen dienen zodanig bevestigd te worden dat de gebruiker deze bij het opgaan van de trap blijvend kan gebruiken;
  • Uitvoering als ronde vrij omvatbare gladde buis met een middellijn tussen de 30 en 50 mm, zonder scherpe hoeken en op afstand tot de wand;
  • Leuning uitvoeren met contrast tot de omgeving/wand;
  • Toepassen van doorgaande leuning op (tussen)bordessen.

 

Obstakels en contrast

Bij obstakels kan gedacht worden aan afzetpalen, biggenruggen, verhoogde gedeelten, trottoirs naast rijbanen, drempels en constructie of installatiedelen, die de hoogte voor voetgangers beperken. Grote groepen senioren hebben beperkingen van het gezichtsvermogen, ze kijken vaak naar de grond en reageren niet meer zo snel. Het duidelijk markeren van obstakels in garages is daarom van wezenlijk belang ( Zie ook Vexpansie 2020 nr. 4 Iets in geuren en kleuren vertellen).

Aanbevolen wordt daarom deze met voldoende contrast ten opzichte van hun omgeving uit te voeren. Onderstaand wordt op verschillende types obstakels ingegaan.

 

Obstakels op vloerniveau

Obstakels op vloerniveau uitvoeren met signaalgeel en ook zichtbaar van kijkhoogte. Als reflectiewaarde van het gemarkeerde obstakels ten opzichte van de directe omgeving wordt 0.5 aanbevolen.

Het verdient verder aanbeveling obstakels te markeren met een helderheids of kleurcontrastband (wit of geel-zwart of signaalkleur) breed >= 100 mm hoogte >=+1400 mm en >=1600 mm boven de vloer.

 

Obstakels boven vloerniveau (palen)

Aanbevolen wordt – onder anderen bij palen –:

  • Een minimale hoogte van 1.20 m, zodat ze zichtbaar zijn uit de auto en flexibel zijn;
  • Een diameter van minimaal >50 mm hebben;
  • Voorzien zijn van rood-witte banen met een breedte van 0.15 m;
  • Reflectiewaarde hebben van klasse II en een reflectiewaarde van 0.5 t.o.v. de omgeving hebben;
  • Aanlichten of intern verlichten verbetert de zichtbaarheid; Kolommen daar waar nodig voldoende contrasterend uitvoeren ten opzichte van de kleur op de vloer.

 

Obstakels ( glasdeuren en wanden)

In verband met sociale veiligheid worden in entrees, in trappenhuizen en in liften van parkeergarages vaak glazen deuren en wanden van glas toegepast.

Aanbevolen wordt grote glasvlakken langs looproutes te voorzien van contrastmarkering op ooghoogte tussen 1400 en 1600 mm. Door andere glasvlakken ook te voorzien van contrastmarkering (bijv. Een pijl in het contrast) zal het zich kunnen oriënteren en het goed kunnen volgen van de looproute ondersteunen.

Indien de bovenglas lijn >=1600 mm of de onder glas lijn >=1050 mm of de glasbreedte =600 mm is, dan is contrastmarkering niet vereist. Over wat goed contrast is verschillen de meningen. Een witte uitvoering tegen een donkere achtergrond of een zwarte tegen een lichte achtergrond verdient de voorkeur.

 

Obstakels lager dan 2.30 m onder plafonds

Hierbij kan gedacht worden aan constructie- en installatiedelen, camera’s, bewegwijzeringborden en, ventilatoren. Geadviseerd wordt deze geheel te markeren met zwart gele band met een breedte van 0.10 m.

 

Trapoptreden

Voor de markering wordt aanbevolen stippen toe te passen zoals Prorail die bij trappen van stations toepast.

 

 

Andere aspecten

Vloermarkering

Door het CROW wordt geadviseerd de markering in thermoplast uit te voeren omdat dat zowel droog als nat niet glad is en een goed contrast geeft.

 

Terugvinden auto.

Aanbevolen wordt de parkeervakken per etage te nummeren (moeten zichtbaar zijn als er en auto geparkeerd staat) en deze per etage van een onderscheidende kleur te voorzien.

Ook helpt daarbij dat bij veel  auto’s tegenwoordig met de sleutel ook de verlichting van de auto van afstand kan worden geactiveerd.  Is sprake van een grote garage met veel verdiepingen of is de structuur ingewikkeld dan kunnen parkeerders een foto maken van hun geparkeerde auto/omgeving (etage bord) om zo de auto gemakkelijk terug te kunnen vinden. Een oplossing waarmee meer service kan worden verleend is het Parkeer assist systeem dat met camera’s registreert waar geparkeerd is. Komt de parkeerder terug in de garage dan krijgt hij na het intypen van het kenteken op een zuil de informatie over waar zijn auto staat.

 

Bebording/Leesbaarheid van opschriften op borden

In de eerste plaats is uniformiteit van bebording, de leesbaarheid en de bewegwijzering van belang. Wat betreft de tekengrootte wordt aanbevolen als verhouding tussen tekengrootte en leesafstand 1:100 aan te houden in plaats van de gebruikelijke 1:300. Verder is het van belang dat borden, kleurenblind proof zijn en dat er voldoende contrast is tussen de kleur van de letters of symbolen en de kleur van de achtergrond.

 

Liften

Aanbevolen wordt om liften  uit te voeren met:

  • Een voldoende grote kooi (minimaal 1.05 x 1.5 m);
  • Liftdeuren en de deur van het lift huis voorzien van glasvulling zodat men vanuit de lift de omgeving kan zien en nog belangrijker gezien wordt in de lift;
  • Drukknoppen met braille en met afmetingen van minimaal 40×40 mm;
  • Verdiepingssignalering met goed leesbare letters (afmetingen > 40 mm) en tevens akoestische signalering;
  • Een contrasterende leuning ten opzichte van de wanden;
  • Een grote spiegel toepassen tussen 1.00 m en 2.00 m vanaf de vloer. Bij doorloopliften op de zijwand of boven of naast de deur;
  • Liftbordes minimaal 1.5 x 1.5 m.

Meer detaileisen zijn opgenomen in de eisen van het Internationaal ToegankelijkheidsSymbool.

 

Roltrap/rolbanen/paden

Aanbevolen wordt:

  • Balusters verlengen net als bij trappen;
  • Contrast realiseren door het toepassen van extra verlichting bij de op- en afstappunten en contrast markering toepassen;
  • Bij horizontale rolpaden akoestisch signaal toepassen met: “mind your step”;

 

Deuren

Aanbevolen wordt automatische schuifdeuren of draaideuren toe te passen en geen deuren met een swinger of een kruk. In glazen trappenhuizen verdient het in verband met oriëntatie en vindbaarheid van de uitgangen van de garage aanbeveling de deurkozijnen van een contrasterende kleur ten opzichte van de omgeving te voorzien of deze aan te lichten.

 

Kaartgevers, kaartlezers,  betaalautomaten en bediening

Voor parkeerapparatuur geldt de NEN EN 12114. Daarin zijn functionele eisen en eisen opgenomen met betrekking tot bedienbaarheid. Denk bij de nu in gebruik zijnde apparatuur ook aan het op kenteken inrijden en als je later bij een voetgangersingang naar binnen wilt hoe dan (zie ook Vexpansie 2016 nr. 4 ‘Kunnen we de techniek wel bijbenen‘). En of de nu in gebruik zijnde apparatuur voldoet aan ergonomische eisen (eenvoud in interactie, presentatie en in bedieningselementen) verdient onzes inziens nader onderzoek.

 

Telefonische bereikbaarheid

In veel ondergrondse garages is vaak mobiel bellen mogelijk. Aanbevolen wordt, als dat niet het geval is, telefonische bereikbaarheid via alle in Nederland actieve telecomproviders als basisvoorziening te garanderen zo nodig dienen aanvullende zend- en ontvangvoorzieningen aangebracht te worden. Minimaal kan in geval van nood dan 112 worden gebeld.

 

Vluchtroutes

De te volgen vluchtroutes in de garage dienen duidelijk en volgens de geldende normen te worden verwezen en ook verdient het aanbeveling dat de vluchtdeuren contrast hebben met hun omgeving. De vloer van de route dient ook voldoende stroef te zijn en als sprake is van een trap met leuningen gelden de eerder gegeven aanbevelingen. Aanvullend wordt aanbevolen op de vloer in vluchttrappenhuizen richtingspijlen aan te brengen met nalichtende verf die als het licht uitvalt geruime tijd oplichten. Dit heeft als voordeel dat men bij calamiteiten de vluchtroute gemakkelijk kan vinden en volgen. Nalichtende verf (Glow in the dark) is in Duitsland in parkeergarages verplicht.

 

Beheer

Parkeerders die een garage inrijden waar kans is op gladde vloeren dienen daarvoor te worden gewaarschuwd.  Ook voetgangers dienen op adequate wijze te worden gewaarschuwd voor gladde vloeren als ze de garage als voetganger betreden. De overgang van licht naar donker en omgekeerd  voor voetgangers is ook een item dat aandacht verdient.

 

 

Meer informatie en bronnen:

> Internationaal ToegangSymbool

> Seniorenproof Wegontwerp CROW publicatie 309 2012. Deze publicatie is niet meer verkrijgbaar als losse publicatie maar wel opgenomen in de online Kennismodule Verkeersveiligheid en Toegankelijkheid van het CROW

 

Tags

Vexpansie senioren parkeergarages ouderen veiligheid

Bekijk meer artikelen

Vexpan Netwerkborrel: nieuwe inzichten e-laden en brandveiligheid in parkeergarages

De Vexpan werkgroep CLIP & Brandveiligheid initieerde 19 september wederom een gethematiseerde netwerkbijeenkomst om met de Vexpan leden de uitdagingen rond over e-laden in parkeergarages door te praten. De aanwezigen kijken terug op een inspirerende bijeenkomst.

Lees meer

Brandsturingen: de praktijk is weerbarstig

Een brandsturing lijkt wellicht iets dat eenvoudig te realiseren is: je biedt een contact aan bij de te sturen brandmeldinstallatie, dat geschakeld wordt bij een brandalarm. Dit blijkt in de praktijk echter lang niet altijd zo eenvoudig.

Lees meer

Update ontwikkelingen D-GPK: app als eerste in Alphen

Alphen is de eerste gemeente in Nederland die de app Parkeren Plus in gebruik heeft genomen. Deze applicatie is een hulpmiddel voor mensen met een handicap om gemakkelijker op betaalde parkeerplaatsen te parkeren.

Lees meer

Start berging 112 auto’s uit Q-Park parkeergarage naast St. Antonius Ziekenhuis

Vandaag start de bergingsoperatie van de volgende 112 auto’s in de Q-Park parkeergarage naast het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein.

Lees meer

Onderzoek Omroep Brabant: kwijtgescholden parkeerboetes per gemeente

In Breda zijn vorig jaar de meeste parkeerboetes uitgedeeld en terugbetaald. Ook in Eindhoven en Tilburg werd meer dan de helft van de parkeerboetes teruggetrokken nadat er bezwaar werd gemaakt. Dat blijkt uit onderzoek van Omroep Brabant.

Lees meer

Q-Park opent 18e parkeergarage in Rotterdam

Met de officiële opening van Q-Park Rijnhaven wordt een belangrijk onderdeel aan de bereikbaarheid van 'de pols van Katendrecht' toegevoegd, en daarmee aan de soepele mobiliteit in Rotterdam.

Lees meer
1 2 3 20