Onbekend en onbemind: de Adviescommissie Toepassing Gelijkwaardigheid Bouwvoorschriften
Het komt regelmatig voor dat er voorafgaande aan bouw of verbouw verschil van inzicht is tussen de initiatiefnemer en het bevoegd gezag over hoe de wet- en regelgeving met betrekking tot de bouw dient te worden uitgelegd. Of anders gezegd de initiatiefnemer gesteund door zijn adviseur stelt dat een bepaalde voorgestelde voorziening wel voldoet en het bevoegd gezag niet. Dan zijn er twee mogelijkheden. De initiatiefnemer past zijn voorstel aan aan de eisen van het bevoegd gezag of vraagt het bevoegd gezag zijn voorstel af te wijzen. In dat laatste geval staat de weg naar de rechter staat open. Er is een tussenweg: advies vragen aan de Adviescommissie Toepassing Gelijkwaardigheid Bouwvoorschriften. Daar gaan we in dit artikel op in.
Van de redactie Vexpansie | Jitze Rinsma, Rinsma Parkeeradvies en redactie Vexpansie
De commissie
In 2015 heeft de minister van Wonen en Rijksdienst zijn besluit over de bestaande adviescommissie gelijkwaardigheid ingetrokken en een nieuwe commissie ingesteld. Deze adviescommissie kreeg een breder werkterrein. Deze commissie heet: Adviescommissie toepassing en gelijkwaardigheid bouwvoorschriften.
In het instellingsbesluit besluit zijn de onafhankelijkheid van de leden beschreven en uiteraard de taken en wanneer zij (uitsluitend) adviseert.
De taken van de commissie zijn:
- de gelijkwaardigheid van technische of andere oplossingen ter zake van de technische voorschriften aangaande het bouwen of de staat van bouwwerken gesteld bij of krachtens de Woningwet of ter zake van de regels over bouwactiviteiten of het in stand houden van bouwwerken gesteld bij of krachtens de Omgevingswet;
- de toepassing van de technische voorschriften aangaande het bouwen, gebruiken of de staat van bouwwerken gesteld bij of krachtens de Woningwet of de regels over bouwactiviteiten of het gebruik en het in stand houden van bouwwerken gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, in de in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, genoemde gevallen.
De commissie adviseert uitsluitend in geval:
- 1 daartoe een verzoek wordt gedaan dat betrekking heeft op de toepassing van technische voorschriften als bedoeld in artikel 3 in het kader van:
- 1°.een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit;
- 2°.een gebruiksmelding;
- 3°.aanvullende voorwaarden met betrekking tot een gebruiksmelding, of
- 4°.een handhavingsbesluit ten aanzien van overtredingen van de voorschriften bij of krachtens de Woningwet inzake het bouwen, gebruiken of de staat van bouwwerken of van de regels over bouwactiviteiten of het gebruik en het in stand houden van bouwwerken gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, en er over de toepassing van die voorschriften verschil van inzicht bestaat tussen:
- 1°.het bevoegd gezag, en
- 2°.de initiatiefnemer, de aanvrager, de melder, of
- 3°.degene tot wie een handhavingsbesluit zich richt.
- 2 Er dient naar het oordeel van de commissie voldoende informatie over zaak te worden overlegd, ten minste bestaande uit:
- 1°.een beschrijving van de casus;
- 2°.een zienswijze van beide betrokken partijen tussen wie het verschil van inzicht bestaat;
- 3°.een of meerdere adviesvragen die de adviesaanvraag afbakenen tot de kern van het verschil van inzicht, en
- 4°.contactgegevens van beide betrokken partijen, of de vertegenwoordigers hiervan, tussen wie het verschil van inzicht bestaat.
- 3 Indien omtrent de toepassing van die voorschriften naar het oordeel van de commissie reeds voldoende relevante informatie ter beschikking van verzoekers is, kan de commissie het verzoek afwijzen.
De commissie bestaat uit maximaal negen deskundigen op het terrein van het bouwproces en de technische voorschriften over het bouwen, gebruiken of de staat van bouwwerken, gesteld bij of krachtens artikel 2 van de Woningwet en de regels over bouwactiviteiten en het gebruik en het in stand houden van bouwwerken gesteld bij of krachtens de Omgevingswet.
Wat doet de adviescommissie?
Een advies van de commissie is gericht op de beantwoording van specifieke adviesvragen over een concrete casus (praktijksituatie) waarbij verschil van inzicht bestaat tussen een bevoegd gezag en de aanvrager van een omgevingsvergunning of de gebruiker en/of eigenaar van het betreffende gebouw.
In een advies wordt de casus door de adviescommissie getoetst aan de –voor de beantwoording van de adviesvragen relevante- bouwvoorschriften. Wanneer sprake is van een gelijkwaardige oplossing, wordt getoetst aan de mate van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieubelasting die door de wetgever in de bouwregelgeving is beoogd. Soms is dit expliciet en soms is dit impliciet vastgelegd in de bouwregelgeving.
In de overwegingen van de adviescommissie spelen de volgende factoren nadrukkelijk mee:
- Welke risico’s spelen een rol?
- Welke wettelijke regels zijn hierop van toepassing?
- Wat zijn de achtergronden en doelen van deze wettelijke regels?
- Wat is het publiekrechtelijk te handhaven veiligheidsniveau dat hier van toepassing is?
Het publiekrechtelijk vastgelegde kwaliteitsniveau is het door het bevoegd gezag te handhaven kwaliteitsniveau en het referentieniveau voor het advies van de commissie.
De commissie kan ook risico’s bij haar advies betrekken waarin de bouwvoorschriften niet voorzien, maar naar het oordeel van de commissie wel tot de algemene zorgplicht worden gerekend. Deze risico’s spelen bij het beoordelen van een aanvraag om omgevingsvergunning geen rol. Het is vervolgens aan de initiatiefnemer zèlf om te beslissen hoe om te gaan met deze risico’s.
Een advies van de adviescommissie is een gezaghebbend deskundigenoordeel en geen wetenschappelijk onderbouwd advies. De adviescommissie doet geen integrale toets op de bouwvoorschriften.
De adviezen worden beschikbaar gesteld aan de aanvragers en geanonimiseerd gepubliceerd op de website van de ATGB.
Twee voorbeelden van adviezen
De casus Grenfell Tower.
Een opvallend advies wat in dit geval door de regering aan de commissie is gevraagd, betreft de brandveiligheid van gevels. Dit naar aanleiding van de brand van de Grenfell Tower in Londen.
In het ATGB-advies n.a.v. het ‘Grenfell Tower Inquiry Phase 1 Report’ van 30 maart 2020 heeft de ATGB veel aanbevelingen opgenomen waaronder zeven aanbevelingen voor nader aanvullend onderzoek. Naar aanleiding hiervan zijn, in opdracht van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, zes van de zeven aanbevolen onderzoeken uitgevoerd. Aan de ATGB is vervolgens gevraagd om de resultaten van de uitgevoerde onderzoeken in onderlinge samenhang te beoordelen. Hierover heeft de ATGB inmiddels op 10 oktober 2022 een definitief advies uitgebracht. Daarin ligt de focus op advisering over de wijziging van de bouwregelgeving op basis van de resultaten van deze onderzoeken. Zie website ATGB.
De casus grote stallingsgarage zonder BMI.
Een langwerpige bestaande stallingsgarage van 4.950 m2 voert onderlangs 10 woontorens en is in 1993 opgeleverd zonder brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie (BMI+OAI). Het bevoegd gezag heeft geconstateerd dat de garage volgens de prestatie-eisen voorzien moet zijn van een BMI+OAI en eist dat deze alsnog worden geïnstalleerd. De VvE is van mening dat de gemeente op grond van de toenmalige Modelbouwverordening ook al een BMI had kunnen eisen, maar dit toen niet nodig achtte. De VvE is van mening dat de stallingsgarage zodanig overzichtelijk en beroepbaar is, dat zonder BMI een gelijkwaardige veiligheid bestaat.
Het advies van de ATGB luidt dat er in de onderhavige casus zonder brandmeldinstallatie wordt voldaan aan het Bouwbesluit 2012 artikel 6.20 eerste lid en artikel 6.23 eerste lid. Op basis van artikel 1.3 is eerste lid in samenhang met de toelichting op de eerdergenoemde leden 6.20 en 6.23 is sprake van gelijkwaardig veiligheidsniveau zonder BMI. Verder is volgens de ATGB de beroepbaarheid in dit geval bij de risicoafweging van onder geschikt belang. Zie voor het volledige advies 2001, de website van de ATGB.
Afsluitend
Doordat brandveiligheid in relatie tot elektrische voertuigen van bestaande garages en bij renovatie ervan actueel is, is in het geval van verschil van inzicht tussen initiatiefnemer en bevoegd gezegd over te nemen maatregelen een advies vragen aan de commissie een te overwegen optie.
Daarbij kan worden betrokken dat ook voor parkeergarages het principe van verkregen rechten geldt. Dat wil zeggen dat als een garage aan bij de bouwaanvraag geldende regelgeving voldoet deze ook in principe geldt bij verbouw. Zie het bijgevoegde artikel uit Vexpansie Brandveiligheid bestaande parkeergarages.
Meer informatie
> Adviescommissie Toepassing Gelijkwaardigheid Bouwvoorschriften
Bekijk meer artikelen
Politie waarschuwt voor valse QR-codestickers op parkeerautomaten
Criminelen hebben een nieuwe manier bedacht om geld af te troggelen bij nietsvermoedende parkeerders. Politie en gemeenten waarschuwen voor valse QR-codestickers op parkeerautomaten. RTL Nieuws besteedt er uitgebreid aandacht aan.
Lees meerTussentijdse waarschuwing voor parkeergarage Nieuwegein
De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft tijdens het onderzoek naar de ingestorte hellingbanen in de parkeergarage bij het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein een tussentijdse waarschuwing afgegeven.
Lees meerSpraakverstaanbaarheid in NEN 2575-2:2012
Er is in de markt veel discussie over de eisen aan spraakverstaanbaarheid van ontruimingsalarminstallaties, zoals in parkeergarages. De eisen aan spraakverstaanbaarheid gelden voor de ‘gesproken woord’ ontruimingsalarminstallaties.
Lees meerDekfordt Parking Funds verkoopt parkeergarage Museum Centrum Groningen aan Interparking Nederland
Dekfordt, specialist op het gebied van vastgoed in parkeergarages, heeft parkeergarage Museum Centrum in Groningen verkocht. Het betreft de allereerste garage uit hun portefeuille waarbij private investeerders hun investering verzilveren.
Lees meerOff-street parkeren zonder slagbomen
Met de ervaring van EasyPark in diverse landen sprak André Wielaard over parkeren zonder slagboom. Vanuit regelgeving blijkt nog een sterke beperking in Nederland om deze comfortabele wijze van parkeren voor de gebruikers in te voeren.
Lees meerExtreme neerslag: waterschade in parkeergarages te voorkomen of te beperken?
De Onderzoeksraad voor Veiligheid start een onderzoek naar veiligheidsrisico’s rond wateroverlast. Ook parkeerkelders en parkeergarages hebben hiermee te maken. Wie is verantwoordelijk? Wie betaalt de schade? En wat valt er (preventief) aan te doen?
Lees meer