De afmetingen van een parkeervak
De functionele eisen en prestatie-eisen waaraan parkeerterreinen, parkeergarages en stallingsgarages moeten voldoen, zijn vastgelegd in de Nederlandse norm NEN-2443, ‘Parkeren en stallen van personenauto’s op terreinen en in garages.’ In de (rechts)praktijk wordt een onderscheid acceptabel geacht tussen openbaar parkeerterrein en een niet-openbaar parkeerterrein. In het laatste geval wordt kleinere maatvoering acceptabel geacht.
[Dit artikel verscheen eerder in Vexpansie 2021-3. | Tekst Waldemar van Slagmaat]
In menig procedure is aan de orde of er wel of niet voldaan wordt aan de parkeernorm, die onderdeel uitmaakt van de toetsing van een omgevingsvergunning. Is het aantal parkeerplaatsen te laag, dan kan een bouwplan immers stranden vanwege strijd met een goede ruimtelijke ordening.
Een creatieve oplossing om hetzelfde terrein opnieuw te bestraten met kleinere vakken waardoor er meer parkeervakken ontstaan kan dan uitkomst bieden, maar ook die truc kan niet altijd met succes worden toegepast.
Een parkeerplaats moet voldoende bereikbaar en voldoende bruikbaar zijn om aangemerkt te kunnen worden als parkeerplaats. ‘De regels’ voor een parkeervak die in het kader van bereikbaarheid en bruikbaarheid worden gesteld in CROW-publicatie ASVV 2012 worden daarbij in regelgeving vaak als maatstaf genoemd. In de (rechts)praktijk wordt een onderscheid acceptabel geacht tussen openbaar parkeerterrein en een niet-openbaar parkeerterrein. In het laatste geval wordt kleinere maatvoering acceptabel geacht.
NEN-2443
De functionele eisen en prestatie-eisen waaraan parkeerterreinen, parkeergarages en stallingsgarages moeten voldoen, zijn vastgelegd in de Nederlandse norm NEN-2443, Parkeren en stallen van personenauto’s op terreinen en in garages. De NEN-2443 maakt onderscheid in publieke (openbare) parkeervoorzieningen voor algemeen – vaak intensief – gebruik en (semi-)private parkeervoorzieningen voor specifieke doelgroepen (bewoners, kantoren, e.d.) met vaak vaste gebruikers.
Maatvoering CROW
De maatvoering van 2,50 x 5,00 m voor parkeerplaatsen is ontleend aan de publicatie ASVV (aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom) van CROW. Deze publicatie bevat aanbevelingen, gericht op de inrichting van de publieke verkeers- en verblijfsgebieden in steden en dorpen. Voor de afmetingen van parkeerplaatsen is aangesloten bij de standaardmaten voor parkeervoorzieningen, zoals opgenomen in NEN2443 van het Nederlands Normalisatie Instituut.
Normen voor breedte
Ten aanzien van de breedte van parkeervakken vermeldt de NEN-2443 (in par. 5.3.8.1) dat de afmetingen van de parkeervakken afhankelijk zijn van het gebruik, de gebruiksduur en het gebruiksprofiel. Voor parkeergarages moet de parkeervakbreedte voor openbaar intensief gebruik ten minste 2,50 m bedragen, voor openbare parkeergarages ten minste 2,40 m en voor niet-openbare parkeergarages en stallinggarages voor (bewoners-)parkeerplaatsen ten minste 2,30 m. Voor parkeerterreinen gelden dezelfde uitgangspunten.
In rechterlijke uitspraken is de rechter terughoudend bij de beoordeling of het bevoegd gezag deze parkeernormen correct heeft toegepast. Zo werd een verweer dat de parkeervakken op eigen terrein niet bruikbaar zouden zijn omdat zij niet voldoen aan de CROW-afmetingen en daarnaast moeilijk bereikbaar zouden zijn, door de bestuursrechter In Utrecht terzijde geschoven.1
In desbetreffende uitspraak beriep de gemeente Zeist zich op het feit dat de afmetingseisen volgens het Parkeerbeleidsplan alleen voorgeschreven zijn voor de openbare weg. De parkeerplaatsen die door vergunninghouder worden gerealiseerd bevinden zich op eigen terrein en hoeven daarmee niet te voldoen aan de afmetingseisen. De parkeerplaatsen moeten alleen feitelijk bruikbaar zijn. Dit betekent dat de vereiste 170 parkeerplaatsen volgens de gemeente wel kunnen worden gerealiseerd. Het argument dat de parkeerplaatsen niet functioneel bruikbaar zouden zijn vanwege de afmetingen omdat er na het parkeren geen ruimte meer is om in- en uit te stappen of dat er simpelweg helemaal niet ingeparkeerd kan worden vanwege de beperkte ruimte op het perceel en de situering van bomen, de hellingbanen en afvalcontainers, was naar de mening van de rechter niet gestaafd met een rapport van een terzake deskundige, terwijl vergunninghouder wel een extern deskundigenrapport had laten opstellen waaruit bleek dat het vereiste aantal parkeervakken beschikbaar en bruikbaar was.
Zelfs indien er een aantal openbare parkeerplaatsen is meegeteld, die niet voldoen aan de vereiste afmetingen op grond van de ASVV 2012 en het gebruik van een aantal van die parkeerplaatsen leidt tot ernstige verkeershinder en verkeersonveiligheid, is het feit dat het gaat om bestaande parkeerplaatsen, die als zodanig veelvuldig in gebruik zijn voor de Raad van State2, voldoende om te oordelen dat deze parkeerplaatsen terecht zijn meegeteld. De omstandigheden dat deze bestaande parkeerplaatsen mogelijkerwijs niet voldoen aan de in de ASVV 2012 voorgeschreven afmetingen en mogelijk kunnen zorgen voor verkeersveiligheidsproblemen, maken niet dat deze parkeerplaatsen bij voorbaat buiten beschouwing hadden moeten blijven.
Kortom: er is sprake van een richtlijn voor de afmeting van parkeervakken. De wijze waarop in regelgeving wordt verwezen naar deze richtlijn bepaalt de afdwingbaarheid van de parkeernorm.
> Tekst: Mr. Waldemar van Slagmaat, advocaat te Houten
> Voetnoot 1 ECLI:NL:RBMNE:2020:2918 Rechtbank Midden Nederland; 20 juli 2020
> Voetnoot 2 ECLI:NL:RVS:2021:920 Raad van State; 28 april 2021
Bekijk meer artikelen
90% van de publieke parkeerdata op orde
Het Programma Kwaliteitsverbetering Parkeerdata heeft na een looptijd van vijf jaar 90% van de publieke parkeerdata op orde gekregen. De samenwerking tussen het Ministerie en SHPV leidde tot betere parkeerinformatie.
Lees meerRaad Amersfoort stemt ondanks referendum wel in met parkeerplannen
De gemeente Amersfoort zet de bekritiseerde parkeerplannen door, ondanks de massale tegenstem bij het referendum. Coalitiepartijen kwamen 19 december 2023 met een aantal aanpassingen aan het beleid.
Lees meerHet belang van een goede definitie voor deelmobiliteit voor gemeenten
Dit artikel richt zich op betekenis van een geschikte definitie voor deelmobiliteit voor deelmobiliteitsbeleid van decentrale overheden.
Lees meerDefinitie deelmobiliteit, een uitdaging voor beleidsmakers
Op dit moment bestaat er zowel in de maatschappij alsook in de wetenschap nog geen overeenstemming over een definitie van deelmobiliteit.
Lees meerMarkante personen uit de parkeerwereld: Fenny Waalkens
Parkeren wordt vaak als ‘negatief’ gezien: te weinig, te duur, niet goed geregeld … Ik wil juist het tegenovergestelde laten zien, dat parkeren iets toevoegt aan de klantbeleving.
Lees meerSPARK: een nieuw landelijk personenautoparkmodel van PBL en RWS
RWS en het PBL hebben een nieuw landelijk personenautoparkmodel ontwikkeld: SPARK. Met dit model kan de toekomstige omvang en samenstelling van het personenautopark in Nederland worden geraamd.
Lees meer