Fiscale stimulering blijft een belangrijke factor in de keuze voor elektrisch rijden. Voor particuliere elektrische rijders is vrijstelling van de motorrijtuigenbelasting (MRB) de belangrijkste incentive. Als de MRB voor elektrische auto’s hoger wordt dan voor vergelijkbare brandstofauto’s, na 2025, dan geeft bijna de helft van de privé elektrische rijders aan niet langer elektrisch te blijven rijden bij een volgende auto. Dat blijkt uit het Nationaal EV en Berijdersonderzoek 2022.

Verlaagde bijtelling
Voor zakelijke elektrische rijders is de verlaagde bijtelling verreweg de belangrijkste financiële stimulering. 44 procent van de leaserijders geeft aan dat als het bijtellingsvoordeel afloopt na 2025, bij een volgende auto niet meer te zullen kiezen voor een elektrische auto.

Na 2025 stoppen de voordelen voor elektrisch rijden en zijn de kosten van MRB en bijtelling hoger dan voor een vergelijkbare brandstofauto. Dat komt omdat de bijtelling gebaseerd is op aanschafkosten en die liggen hoger voor een elektrische auto. De MRB is gebaseerd op gewicht. Een elektrische auto is door de batterij honderden kilo’s zwaarder dan brandstofauto’s in een vergelijkbare klasse.

Kostenvoordeel
Recente elektrische rijders, het merendeel van de elektrische rijders, zijn meer gericht op het kostenvoordeel en ook eerder geneigd bij snelle afbouw van financiële prikkels niet meer voor een elektrische auto te kiezen, zo blijkt uit het onderzoek.

De afbouw van stimuleringsmaatregelen leidt niet alleen tot minder snelle ingroei van nieuwe elektrische rijders, maar ook tot mogelijk afhakende elektrische rijders. En daarmee is het klimaatdoel voor de sector mobiliteit volgens het onderzoek verder uit beeld.

Overstappers: een nieuwe doelgroep
Van de respondenten die nu een nieuwe elektrische auto rijden, reed 38 procent hun laatste brandstofauto tweedehands. Hiermee lijkt elektrisch rijden een nieuwe doelgroep aan te boren.

Daarnaast stappen voormalig brandstofrijders over naar een kleinere elektrische auto. De aanschafprijs van een elektrische auto ligt veel hoger dan de laatste brandstofauto: voor zowel nieuwe als tweedehands. Het verschil loopt op tot rond de 10.000 euro. Door de hogere aanschaf is het overstappen naar een kleine elektrische auto een aantrekkelijke optie. Merkentrouw speelt geen grote rol. Slechts 15 procent rijdt de elektrische auto van hetzelfde merk als de vorige brandstofauto.

Populariteit private lease
Private lease geeft in veel gevallen de doorslag om elektrisch te gaan rijden, zo is een van conclusies uit het onderzoek. Maar liefst 77 procent van de private lease rijders geeft aan dat het hen over de streep trok elektrisch te gaan rijden. Een kwart betaalt minder dan 400 euro per maand voor een contractduur van merendeels 60 maanden. Private lease lijkt een antwoord te bieden op de belemmering van de hoge aanschafprijs van een elektrische.

Tweedehands aantrekkelijk
De tweedehands rijder (23 procent van totaal) is vooral een particulier (72 procent) die rijdt in een relatief jonge auto (68 procent jonger dan 3 jaar en 30 procent zelfs jonger dan 1 jaar). De tweedehands auto kost veelal minder dan 30.000 euro. Het relatief grote aandeel zakelijke tweedehands rijders (28 procent) is vooral te verklaren door de aantrekkelijke lagere bijtelling van oudere elektrische auto’s. Actieradius en batterij-betrouwbaarheid vindt men het meest belangrijk bij aanschaf van een occasion. Het overgrote deel van de occasionrijders vindt, bij aanschaf van een tweedehands elektrische auto, een onafhankelijke batterijcheck (zeer) belangrijk, maar 85 procent krijgt die niet aangeboden.

Duurzame lifestyle
Elektrische rijders maken vaak ook andere duurzame keuzes. Zo heeft 82 procent zonnepanelen, probeert 59 procent minder te vliegen, 56 procent vermijdt de auto voor korte afstanden en maar liefst 33 procent heeft al een warmtepomp.

Meer informatie
> Bron: Nederlandelektrisch.nl
> Lees hier het Nationaal EV en Bijrijdersonderzoek 2022