90% Gemeenten te veel of te weinig parkeerplek

Gepubliceerd op: 14 juli 2025

90 procent van de gemeenten gebruikt parkeernormen die niet aansluiten op het actuele mobiliteitsgedrag en de daadwerkelijke behoefte aan parkeerplekken in wijken. Hierdoor worden bij veel woningbouwplannen te veel parkeerplekken gerealiseerd, wat leidt tot ruimteverspilling. Te weinig parkeerplekken zorgen juist voor overlast. “Niet passend parkeerbeleid heeft uiteindelijk gevolgen voor de woningbouw, de leefkwaliteit en het gebruik van duurzame mobiliteit”, constateert Annet Dijk-Schepman, adviseur en procesmanager parkeren en locatieontwikkeling bij mobiliteitsadviesbureau Goudappel.

 

Onjuist gebruik CROW-cijfers
Veel gemeenten baseren hun parkeernormen op de parkeerkencijfers van kennisinstituut CROW (Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek). Deze cijfers bevatten tot een jaar geleden geen actuele data over het autobezit per wijk. “Veel gemeenten zien de CROW-cijfers als harde norm, terwijl ze bedoeld zijn als hulpmiddel”, merkt Dijk-Schepman. “De gemeenten die uitsluitend hiermee werken, realiseren meestal niet de juiste hoeveelheid parkeerruimte. Zeker als hun parkeernormen nog op de oude CROW-parkeerkencijfers gebaseerd zijn.”

 

Een recent rapport van adviescommissie STOER onderstreept dit. De commissie adviseert gemeenten om parkeernormen op te stellen op basis van het daadwerkelijke gebruik per wijk. Vooral rond ov-knooppunten en op plekken met een goede fietsinfrastructuur zouden strengere normen moeten komen om de openbare ruimte goed te benutten.

 

Impact bouwprojecten en leefomgeving
Het gebruik van verouderde parkeernormen heeft impact op gebiedsontwikkeling, volgens onderzoek van Provincie Zuid-Holland (Parkeren en Verstedelijking, 2017). Zo leiden te hoge parkeernormen tot hogere bouwkosten dan nodig, minder ruimte om woningen te realiseren en een minder aantrekkelijke of duurzame woon- en leefomgeving. “Dit is niet wenselijk als je kijkt naar de woningbouwopgave in Nederland”, meent Dijk-Schepman.

 

Deelauto niet altijd volwaardig alternatief
Te lage parkeernormen zorgen juist voor veel parkeeroverlast in de buurt, constateert Dijk-Schepman. “Een lage parkeernorm leidt niet automatisch tot lager autobezit. De behoefte om je te verplaatsen verandert niet. Daarom kan het autobezit alleen afnemen als mensen zich op een andere manier kunnen verplaatsen.”

 

Bij lage parkeernormen wordt de deelauto vaak als alternatief genoemd, maar de effectiviteit hiervan verschilt. “Voor woon-werkverkeer is een deelauto vaak te duur. Je betaalt voor een hele dag, terwijl je de auto alleen ‘s ochtends en ‘s avonds nodig hebt. Dan is een eigen auto relatief goedkoper”, legt Dijk-Schepman uit. “Voor incidentele ritten is de deelauto wel een mooi alternatief voor de eigen auto, als aanvulling op het soms dagelijks gebruik van het openbaar vervoer en de fiets.”

 

Werkplek bepalend voor autobezit
In hoogstedelijke gebieden zijn het openbaar vervoer en de fiets vaak aantrekkelijke alternatieven voor een eigen auto. Dat geldt echter niet voor iedereen: ook de locatie van de werkplek speelt een grote rol bij de keuze voor wel of geen auto. Gemeenten kunnen zorgen voor voldoende (dagelijkse) voorzieningen in de buurt om wandelen en fietsen te stimuleren, maar niet bepalen waar mensen werken. “Wie in de stad woont maar op een moeilijk bereikbaar industrieterrein werkt, blijft aangewezen op de auto”, licht Dijk-Schepman toe.

 

Parkeerruimte essentieel in dorpen
In minder stedelijke gebieden en dorpen is het terugdringen van autobezit nog lastiger. “Mensen zijn vaak sterk gehecht aan hun auto, omdat volwaardige, goede alternatieven voor het gebruik van de auto beperkt zijn. Zeker sinds er is bezuinigd op regionaal openbaar vervoer. Bij weinig parkeerruimte wijken bewoners vaak uit naar omliggende straten, maar hiermee verplaats je het probleem. Lagere parkeernormen kunnen wel goed werken in een drukke binnenstad met veel voorzieningen op loop- en fietsafstand. Een parkeerregeling, denk aan betaald parkeren, voorkomt hier ook dat mensen alsnog op straat parkeren.”

 

Regionale aanpak als oplossing
Volgens Goudappel is de oplossing een integrale aanpak die is afgestemd op de lokale praktijk, gebaseerd op actuele data over autobezit per wijk. “Gebruik de CROW-cijfers als hulpmiddel, en niet als blauwdruk”, zegt Dijk-Schepman. “Parkeernormen moeten passen bij de situatie in de wijk. Kijk naar het autobezit, maar ook naar de kwaliteit van alternatieven. En let daarbij niet alleen op de aanwezigheid van bijvoorbeeld een fietsinfrastructuur, maar kijk ook naar de beschikbare restcapaciteit.”

 

Want ook daar begint het te knellen, volgens Dijk-Schepman. “Kansen voor woningbouw zijn er zeker rondom ov-knooppunten, hier zijn doorgaans voldoende voorzieningen in de buurt. Zorg hierbij ook voor voldoende ruimte voor laden en lossen. Het is belangrijk om dit soort factoren mee te nemen in het parkeerbeleid. Anders loop je vast op het gebied van woningbouw, bereikbaarheid en leefkwaliteit.”

 

Meer informatie
> Persbericht: Goudappel, lid van Vexpan en Expertteam
> Foto: Goudappel

Tags

parkeernorm onderzoek gemeenten

Meer nieuws

Succesvol mobiliteitsplan rondom Formule 1 in Zandvoort

Na 36 jaar afwezigheid werd weer een Formule 1 race gereden op het circuit van Zandvoort. Hoe komen zo’n 195.000 bezoekers zo efficiënt en duurzaam mogelijk naar het circuit?

Lees meer

In- en uitrijden op kenteken bij 53 P+R locaties

Vanaf nu is het bij 53 betaalde P+R locaties mogelijk om in en uit te rijden met behulp van kentekenherkenning. Hiermee wil NS met Q-Park parkeren bij stations voor reizigers sneller en makkelijker maken.

Lees meer

Parkeerdetectie vanuit de lucht

In de wereld van mobiliteit zijn drones niet meer weg te denken. Parkeeronderzoek kent vele methoden, echter nog niet met de inzet van drones.

Lees meer

Parkeerkorting voor elektrische auto’s vanaf volgend jaar

Gemeenten mogen vanaf volgend jaar lagere parkeertarieven rekenen voor elektrische auto’s en auto’s die op waterstof rijden. Het kabinet is van plan de Gemeentewet daarvoor aan te passen.

Lees meer

Deelmobiliteit: leren van parkeren

Het feit dat wetenschappers regelmatig bezig zijn met parkeren is al een enorme ontwikkeling. De sector is volwassener geworden. Parkeerprofessionals worden vaak al in een vroeg stadium betrokken.

Lees meer

Q-Park en Shell: 5 mobility hubs in grote steden

Q-Park en Shell gaan gezamenlijk vijf mobility hubs in grote steden in Nederland opzetten. Op deze parkeerfaciliteiten worden nieuwe concepten ingevoerd

Lees meer
1 59 60 61 62 63 73

Nog geen lid?

Word ook lid. Vele Vexpan voordelen:

  • Gratis naar Vexpan Nationaal Parkeercongres
  • Korting op diverse evenementen zoals de netwerkbijeenkomsten
  • Kennis delen, netwerk opbouwen, meedenken aan het jaarprogramma en ervaring opdoen
Meer voordelen als lid