Eigenaar parkeerdek aansprakelijk voor valpartij op spekgladde parkeerlaag winkelcentrum
De Rechtbank Amsterdam heeft geoordeeld dat de eigenaar van het parkeerdek van een winkelcentrum aansprakelijk is voor het letsel dat een bezoekster opliep nadat zij uitgleed op het gladde bovenste parkeerdek. De vrouw brak daarbij haar rechterbovenbeen. De schade moet volledig worden vergoed; de omvang wordt later vastgesteld in een aparte procedure.
Van de redactie Vexpansie | naar aanleiding van uitspraak Rechtbank Amsterdam
Ongeval op spekglad parkeerdek
Op 17 januari 2023 gleed de bezoekster rond 11.30 uur uit toen zij uitstapte uit haar auto op het bovenste parkeerdek van het winkelcentrum. Het dek was door ijsvorming zeer glad. Haar rechterbeen zat nog bekneld in de auto, waardoor zij haar bovenbeen brak. Zij lag in het ziekenhuis en verbleef daarna geruime tijd in een revalidatiecentrum. Het bot is nog altijd niet volledig hersteld; een nieuwe val kan ertoe leiden dat zij rolstoelgebonden raakt.
Kelderluikcriteria: gevaar was bekend én voorzienbaar
De rechtbank oordeelt dat de eigenaar van het parkeerdek onrechtmatig heeft gehandeld (artikel 6:162 BW) door een gevaarlijke situatie te laten voortbestaan. Daarbij past de rechtbank de zogenoemde Kelderluikcriteria toe: er moet worden gekeken naar de kans op ongelukken, de ernst van de mogelijke gevolgen en de moeite die het kost om veiligheidsmaatregelen te treffen.
Belangrijke factoren in het oordeel van de rechtbank:
- Er was al meermalen geklaagd door winkeliers over het “spekgladde” en “spiegelgladde” parkeerdek.
- De avond en ochtend vóór het ongeval hadden winkeliers opnieuw aan de beheerder gemeld dat het dek zeer glad was en om het strooien van zout verzocht.
- Een medewerker van de ingehuurde gladheidsbestrijder stond op het moment van het ongeval op het dek in zijn auto te wachten op een nieuwe levering zout, omdat de voorraad op was.
- Volgens de verklaring van de echtgenoot van de vrouw moesten ambulancebroeders “schaatsend” naar haar toe lopen om hulp te verlenen.
- Kort vóór het ongeval was al een andere valpartij op hetzelfde parkeerdek gemeld bij de gemeente.
Volgens de rechtbank was het risico op uitglijden hierdoor concreet, bekend en voorzienbaar voor de eigenaar van het parkeerdek.
Eenvoudige maatregelen nagelaten
Hoewel de eigenaar wist van de gladheid en zelfs opdracht had gegeven om te strooien, liet zij het parkeerdek open voor bezoekers terwijl er geen zout beschikbaar was. Volgens de rechtbank had de eigenaar in die situatie eenvoudige maatregelen moeten nemen, zoals:
- (Tijdelijke) afsluiting van (een deel van) het bovenste parkeerdek met pionnen, linten of hekken;
- Het plaatsen van waarschuwingsborden bij de in- en uitgangen;
- Bezoekers verwijzen naar lagere, wél veilige parkeerniveaus.
Dergelijke maatregelen zijn “eenvoudig, vergen weinig tijd en middelen en hadden het risico op ongevallen aanzienlijk kunnen verminderen of zelfs wegnemen”, aldus de rechtbank. Door dat niet te doen, heeft de eigenaar het gevaar onnodig laten voortbestaan.
Geen bewijs voor ‘gebrekkige opstal’
De vrouw voerde ook aan dat het parkeerdek als gebrekkige opstal (artikel 6:174 BW) moet worden gezien, onder meer vanwege een nieuwe coating, onvoldoende stroefheid en slechte afwatering. De rechtbank stelt dat hiervoor meer technische en bouwkundige gegevens nodig zijn en laat deze vraag verder liggen, omdat aansprakelijkheid al op grond van onrechtmatige daad vaststaat.
Geen eigen schuld van de bezoekster
Het beroep op eigen schuld van de vrouw wordt verworpen. Dat haar opgeroepen familie later wél gladheid voelden bij het oprijden van het dek, betekent volgens de rechtbank niet dat de vrouw zelf ook bedacht had moeten zijn op gladheid. Zij reed rustig het dek op, terwijl de wegen daarbuiten niet glad waren en het zonnig was. Bovendien is zij direct bij het uitstappen uitgegleden, zonder dat zij over het dek heeft gelopen.
Van onvoorzichtig gedrag of bewust risico nemen is volgens de rechtbank geen sprake.
Schade en proceskosten
De eigenaar van het parkeerdek moet de volledige schade van de vrouw vergoeden, zowel materieel als immaterieel. Op basis van artikel 7:954 BW mag de vrouw zich hiervoor ook rechtstreeks wenden tot de verzekeraar. De precieze hoogte van de schadevergoeding wordt in een aparte schadestaatprocedure vastgesteld.
Daarnaast worden de eigenaar en verzekeringsmaatschappij hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten van de vrouw.
> Het vonnis is op 24 september 2025 uitgesproken door de Rechtbank Amsterdam.
Deze uitspraak is niet alleen relevant bij ijsvorming, maar ook bij veel water op vloeren van parkeerplaatsen en gladde vloeren.
Bekijk meer artikelen
VERVOLG uit Vexpansie nr. 1 2020 Lessen uit de instorting van een parkeergarage
Bijna gelijktijdig met het verschijnen van Vexpansie 2020 #1 werden nieuwe inzichten gepubliceerd naar aanleiding van het onderzoek naar de instorting van de parkeergarage bij Eindhoven Airport. In dit artikel wordt hierop ingegaan.
Lees meerStandpunt ‘bij brand geen lift’ ter discussie
Ruim een jaar geleden kwamen meer dan 400 gebouweigenaren, adviseurs, mensen uit de zorg en brandweermensen bij elkaar om na te denken over liftgebruik bij brand. De uitspraak ‘bij brand geen lift’ verdient heroverweging, zo vonden de meesten.
Lees meerLessen uit de instorting van een parkeergarage
Op zaterdag 27 mei 2017 bezweek op de vroege avond van een zeer warme dag een deel van een parkeergebouw in aanbouw bij Eindhoven Airport. De schade was groot maar gelukkig waren er geen slachtoffers. De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) heeft besloten om de instorting nader te onderzoeken.
Lees meerExpertteam: Brandveiligheid in parkeergarages
Wat is het advies van het Expertteam aan het bestuur hoe met het thema 'Brandveiligheid in parkeergarages' om te gaan?
Lees meer