Bewaking van vluchtwegen met behulp van tijdvertraging?

Goed en veilig beheer van parkeergarages wordt in toenemende mate op afstand gedaan. Daarbij worden ook technische hulpmiddelen voor toe-en uitgangscontrole ingezet om alleen parkeerders binnen te laten. Maar deze hulpmiddelen mogen het veilig vluchten niet hinderen. Vluchtdeuren moeten bij brand of spanningsuitval namelijk eenvoudig te openen zijn, terwijl brandwerende en inbraakwerende deuren juist vergrendeld zouden moeten blijven.

 

 

[Dit artikel verscheen eerder in Vexpansie 2020-3 |Tekst Edwin van den Brink en Jan Willem Koot]

 

 

Goed en veilig beheer van parkeergarages wordt in toenemende mate op afstand gedaan. Daarbij worden ook technische hulpmiddelen voor toe-en uitgangscontrole ingezet om alleen parkeerders binnen te laten. Maar deze hulpmiddelen mogen het veilig vluchten niet hinderen. Vluchtdeuren moeten bij brand of spanningsuitval namelijk eenvoudig te openen zijn, terwijl brandwerende en inbraakwerende deuren juist vergrendeld zouden moeten blijven.

 

Hoe zorg je ervoor dat uitgangscontrole een veilige ontvluchting niet in de weg zit? Het Bouwbesluit geeft op deze vraag geen duidelijk antwoord. Daarom ontstaat regelmatig discussie met bevoegd gezag over de te kiezen oplossingen. De uitkomst van die discussie kan per regio of zelfs per functionaris verschillen.

Dat werpt de vraag op: ‘Is het wel mogelijk om binnen de kaders van de wetgeving én op een verantwoorde manier misbruik van vluchtwegen te voorkomen? Met kennis van wet- en regelgeving en een juiste onderbouwing is deze vraag positief te beantwoorden.

 

Vluchtdeuren volgens het Bouwbesluit

De eisen aan deuren in vluchtroutes zijn onder andere vastgelegd in artikel 6.25 van het Bouwbesluit. Voor de eisen aan de kwaliteit van het hang- en sluitwerk verwijst het Bouwbesluit naar de Europese normen op dit gebied, waaronder de NEN-EN 1125. Deze norm is van toepassing als door een deur meer dan honderd personen moeten kunnen vluchten. In dat geval moet de deur in de vluchtrichting geopend kunnen worden door een lichte druk tegen de deur of door een lichte druk tegen een paniekbalk die op een hoogte van 1 meter over de volledige breedte van de deur is aangebracht.

Daarnaast mag een voorziening voor toe- en uitgangscontrole in een vluchtroute het vluchten niet belemmeren. Deze moeten bij stroomuitval automatisch opengaan of moeten zonder gebruik van een sleutel geopend kunnen worden.

 

Het Bouwbesluit geeft op de volgende vier vlakken onvoldoende duidelijkheid:

1 Voor deuren in utiliteitsgebouwen waarop minder dan honderd personen zijn aangewezen geldt uitsluitend dat voorzieningen voor toe- en uitgangscontrole geen belemmering mogen vormen voor de ontvluchting. Andere kwaliteitseisen worden vreemd genoeg niet geëist.

2 De term ‘belemmeren’ is niet nader gedefinieerd, waardoor het onduidelijk is hoe uitgangscontrole op vluchtdeuren toegepast kan worden.

3 Voor deuren waarop minder dan honderd personen zijn aangewezen ontbreekt een heldere definitie van het toelaatbare ontsluitingsmechanisme.

4 De maximale kracht die nodig is om een vluchtdeur te openen is niet gedefinieerd. Daarbij speelt niet alleen het deurbeslag een rol maar ook het eigen gewicht van de deur of de windbelasting op een deur in de buitengevel.

Gelukkig zijn de eisen in het Bouwbesluit niet in beton gegoten. Op grond van artikel 1.3 van het Bouwbesluit mag ook een gelijkwaardig alternatief geboden worden. Voor een verantwoorde oplossing moet de onderbouwing echter buiten het Bouwbesluit gezocht worden.

 

Handboek brandbeveiligingsinstallaties

We kennen in Nederland een aantal richtlijnen en publicaties die aanwijzingen geven hoe bewaakte vluchtdeuren uitgevoerd kunnen worden. Het Handboek Brandbeveiligingsinstallaties van Brandweer Nederland is daarvan de meest relevante. Hierin staat een aantal voorwaarden waaraan elektrische deurvergrendelingen moeten voldoen:

1 Ruststroomprincipe: bij spanningsuitval moet de deur ontgrendelen (fail safe).

2 Handbediening: binnen 500 mm van de deurkruk moet een handbediening aanwezig zijn die met één handeling bediend kan worden (bijvoorbeeld groene nooddrukker).

3 Centrale bediening door meldkamer: op afstand moet men alle (vlucht)deuren gelijktijdig kunnen openen.

4 Automatische sturing: bij een brandmelding moeten de vluchtdeuren automatisch openen.

Maar ook deze voorwaarden laten ruimte voor discussie. Als bij spanningsuitval de elektrische grendels worden vrijgegeven bestaat het risico dat de sluitpunten ontgrendelen die juist nodig zijn omwille van de brandwerendheid van de deur. De ontgrendeling van de deur met één handeling leidt tot interpretatieverschillen. En niet in de laatste plaats is het niet altijd wenselijk om bij spanningsuitval of een brandmelding alle beveiligde deuren zomaar te ontgrendelen.

Deze publicatie geeft dus geen afdoende onderbouwing voor een gelijkwaardige oplossing. Die kan wel gevonden worden in de NEN-EN 13637 waarnaar het handboek verwijst.

 

NEN-EN 13637

Deze Europese norm voor elektrisch bestuurde uitgangssystemen die worden toegepast in vluchtroutes, beschrijft een breed scala aan mogelijke oplossingen. Op hoofdlijnen gaat deze norm uit van twee onafhankelijke vergrendelingen op deuren:

1 Een primaire grendel die voldoet aan de NEN-EN 179 of aan de NEN-EN1125.

2 Een secundaire grendel die fail safe wordt uitgevoerd.

 

Het principe is dan als volgt. Normaal gesproken is de deur vergrendeld met beide grendels. Daardoor zijn de brandwerendheid en de inbraakwerendheid van de deur geborgd.

Bij een incident (brand of spanningsuitval) ontgrendelt de secundaire grendel. Vanaf de vluchtwegzijde kan de deur dan worden geopend met een klink of paniekbalk die de primaire grendel bedient. Telkens wanneer de deur wordt gepasseerd valt deze weer dicht en vergrendelt de primaire grendel. Daarmee zijn de vluchtveiligheid en de brandwerendheid gegarandeerd.

Vanaf de andere zijde kan de deur bij een incident gewoon vergrendeld blijven. Door aan deze zijde bijvoorbeeld een deurknop toe te passen kan de deur niet geopend worden. Daarmee is de inbraakwerendheid van de deur verzekerd.

De toepassing van twee grendels kent wel een belangrijke voorwaarde. De secundaire grendel moet onder een belasting van 1.000 N (circa 100 kg) vrijgeven om te voorkomen dat een groep vluchtende personen bij de deur in de verdrukking komt.

Deze norm geeft dus duidelijkheid over de manier waarop vluchtveiligheid, brandveiligheid en inbraakwerendheid correct met elkaar gecombineerd kunnen worden en biedt een goede basis voor de onderbouwing van een gelijkwaardige oplossing.

 

Tijdvertraging

De NEN-EN 13637 biedt onder voorwaarden ook de mogelijkheid om een tijdvertraging op de ontgrendeling toe te passen. Hiervoor is in de norm het stroomschema uitgangscontrole opgenomen.

Het stroomschema laat zien hoe de ontgrendeling van een vluchtdeur plaats kan vinden.

De scenario’s aan de rechterzijde van het schema die leiden tot een directe ontgrendeling vormen een reëel risico voor de beveiliging en behoeven daarom aandacht.

Als een ‘verzoek tot uitgang’ wordt veroorzaakt door het indrukken van een groene nooddrukker zien we aan de linkerzijde van het schema dat beslismomenten zijn ingebouwd om onder voorwaarden twee keer een tijdvertraging in te bouwen.

De eerste tijdvertraging (T1) is enerzijds bedoeld om een dader te ontmoedigen om zijn actie door te zetten, anderzijds om de beveiligingsorganisatie de tijd te geven om de melding te verifiëren en verdere beslissingen te nemen.

Bij een voldoende hoog uitvoeringsniveau van de beveiligingsinstallatie kan een tweede tijdvertraging (T2) worden toegepast. Voorwaarde is dan wel dat door direct zicht of met camera’s vastgesteld wordt dat sprake is van een noodsituatie of van misbruik. Na het aflopen van de eerste tijdvertraging kan de beveiliger daarop besluiten de vertragingstijd te verlengen met een periode van 15 tot 180 seconden. Bij het uitblijven van zo’n besluit ontgrendelt het aanvullende elektrische slot automatisch na 15 seconden en kan men de deur mechanisch openen om te vluchten.

De toepassing van een tweede tijdvertraging is echter geen absolute mogelijkheid. De toelaatbaarheid ervan moet altijd integraal beschouwd worden binnen het brandveiligheidsconcept. Om vast te stellen of het ook echt verantwoord is om mensen langer in het gebouw op te houden moeten aspecten als de capaciteit van vluchtroutes, de veiligheid van opvanggebieden en menselijk gedrag nader beschouwd worden.

 

Conclusie

Als het omwille van de beveiliging wenselijk is om een tijdvertraging toe te passen op vluchtdeuren die zijn voorzien van uitgangscontrole, dan is het mogelijk om dat op een verantwoorde manier te doen op basis van de NEN-EN 13637.

Met de toepassing van deze norm kan een gelijkwaardige oplossing geboden worden voor de eisen in het Bouwbesluit. Om tot een juiste onderbouwing van deze gelijkwaardigheid te komen, is het wel noodzakelijk om de brandveiligheid en de beveiliging van een gebouw integraal te beschouwen. Daarmee kan een verantwoorde balans gevonden worden tussen safety en security, die ook door het bevoegd gezag geaccepteerd kan worden.

 

ing. W.J.G. (Edwin) van den Brink RSE, Senior-adviseur brandveiligheid & beveiliging

J.W. (Jan Willem) Koot RSE, Senior-adviseur beveiliging

 

 

Tags

vluchwegen parkeergarage toegangscontrole bouwbesluit brandveilig NEN-EN 13637 beveiligingsinstallatie

Bekijk meer artikelen

Vexpan Netwerkborrel: nieuwe inzichten e-laden en brandveiligheid in parkeergarages

De Vexpan werkgroep CLIP & Brandveiligheid initieerde 19 september wederom een gethematiseerde netwerkbijeenkomst om met de Vexpan leden de uitdagingen rond over e-laden in parkeergarages door te praten. De aanwezigen kijken terug op een inspirerende bijeenkomst.

Lees meer

Brandsturingen: de praktijk is weerbarstig

Een brandsturing lijkt wellicht iets dat eenvoudig te realiseren is: je biedt een contact aan bij de te sturen brandmeldinstallatie, dat geschakeld wordt bij een brandalarm. Dit blijkt in de praktijk echter lang niet altijd zo eenvoudig.

Lees meer

Update ontwikkelingen D-GPK: app als eerste in Alphen

Alphen is de eerste gemeente in Nederland die de app Parkeren Plus in gebruik heeft genomen. Deze applicatie is een hulpmiddel voor mensen met een handicap om gemakkelijker op betaalde parkeerplaatsen te parkeren.

Lees meer

Start berging 112 auto’s uit Q-Park parkeergarage naast St. Antonius Ziekenhuis

Vandaag start de bergingsoperatie van de volgende 112 auto’s in de Q-Park parkeergarage naast het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein.

Lees meer

Onderzoek Omroep Brabant: kwijtgescholden parkeerboetes per gemeente

In Breda zijn vorig jaar de meeste parkeerboetes uitgedeeld en terugbetaald. Ook in Eindhoven en Tilburg werd meer dan de helft van de parkeerboetes teruggetrokken nadat er bezwaar werd gemaakt. Dat blijkt uit onderzoek van Omroep Brabant.

Lees meer

Q-Park opent 18e parkeergarage in Rotterdam

Met de officiële opening van Q-Park Rijnhaven wordt een belangrijk onderdeel aan de bereikbaarheid van 'de pols van Katendrecht' toegevoegd, en daarmee aan de soepele mobiliteit in Rotterdam.

Lees meer
1 2 3 20