Rechtbank vraagt wetgever naar wetgeving parkeerbelasting te kijken
Recent heeft de rechtbank Oost Brabant bij de behandeling van een bezwaar op een naheffingsaanslag een opmerkelijke richting gekozen. Zij verzocht de Hoge Raad een uitspraak te doen. In de kern gaat het er de rechtbank om of persoonlijke omstandigheden van de eiser bij de beoordeling kunnen worden betrokken. Hiermee geeft de rechtbank een signaal af om maatwerk en vraagt de wetgever naar de wetgeving parkeerbelasting te kijken.
Signaal aan de hogere rechter
Met de beslissing van 8 december 2023 heeft de rechtbank de Hoge Raad gevraagd naar de mogelijkheden om tot een andere uitleg van de bestaande wetgeving te komen, onder meer omdat de huidige uitleg voor een deel op bijna dertig jaar oude rechtspraak is terug te voeren. Dat signaal is serieus opgepakt. De Hoge Raad en met name de advocaat-generaal geven er met hun beslissing en conclusie blijk van dat zij de vragen van de rechtbank uitvoerig hebben bestudeerd en naar de mogelijkheden voor maatwerk hebben gezocht. En als na uitvoerig zoeken iets niet valt te vinden, dan is het een dooddoener om te zeggen: “dan moet je maar beter zoeken.” Integendeel, op enig moment is dan de conclusie gerechtvaardigd dat iets – in dit geval: de mogelijkheid tot het bieden van maatwerk – er niet is. Dat neemt overigens niet weg dat de rechtbank nog altijd graag had gezien dat er ruimte zou zijn gevonden om wel maatwerk toe te passen.
Signaal aan de wetgever
De constatering waarmee de vorige overweging is afgesloten brengt de rechtbank bij een signaal aan de wetgever. De rechtbank legt hierna uit waarom zij dat signaal afgeeft. De Tweede Kamer heeft naar aanleiding van haar eigen rol bij de toeslagenaffaire (nagenoeg) unaniem een motie aangenomen waarin is overwogen dat “de wetgever wetten zo moet formuleren dat een uitvoeringsorgaan altijd enige ruimte heeft om maatwerk te leveren, en de rechter voldoende rechtsbescherming kan bieden aan de burger”. Met de voor de parkeerbelasting toepasselijke wetgeving kan worden afgevraagd of de in deze motie bedoelde voldoende rechtsbescherming kan worden geboden. In formele zin is dat wel het geval. Na het doorlopen van de bezwaarprocedure kan een burger – zoals eiser – beroep instellen bij de rechtbank en daarna nog hoger beroep (bij het gerechtshof) en zelfs beroep in cassatie (bij de Hoge Raad). Maar een burger heeft aan die rechtsgang niet heel veel als hij – net als eiser – om enige mate van maatwerk vraagt buiten de hiervoor in 4.2.2. genoemde gevallen. Voor die situatie vraagt de rechtbank nadrukkelijk de aandacht.
Waarom maatwerk belangrijk is
De wetgeving die de rechter verhindert om maatwerk te leveren kan allereerst het vertrouwen van de maatschappij in de rechtspraak ondermijnen. Als de rechtbank in een concreet geval namelijk geen maatwerk toepast waar dat op zich op zijn plaats is, kan dat worden gezien als een te starre houding van de rechter die daarmee te ver afstaat van de maatschappij. Dit terwijl de oorzaak van het niet kunnen bieden van maatwerk in dit geval niet bij de rechter ligt, maar in de wetgeving. Dat onderscheid is voor de maatschappij echter niet altijd helder. Verder is het in ons staatsbestel niet aan de rechter om in zo’n geval de wet dan maar gewoon opzij te zetten. Dat de rechter dat niet “gewoon” kan is maatschappelijk ook niet zondermeer duidelijk. Daarnaast kan deze wetgeving het vertrouwen van de maatschappij in de wet(gever) ondermijnen. De rechtbank heeft in haar beslissing van 8 december 2023 al uiteengezet waarom de naheffingsaanslag parkeerbelasting maatschappelijk nog altijd als een boete wordt ervaren. Dat is het juridisch sinds langere tijd niet meer, omdat de wetgever ruim 30 jaar geleden de oorspronkelijke parkeerboete in de juridische constructie van het (fiscale) kostenverhaal heeft ondergebracht. Dit is sindsdien dus de juridische realiteit geworden, maar die juridische realiteit lijk in de afgelopen ruim 30 jaar maatschappelijk niet te zijn aangeslagen. Dat roept de vraag op of de juridische constructie van het kostenverhaal niet te veel losstaat van de werkelijkheid. Als dat zo is, dan vormt dat wel een wankele basis voor een belastend besluit waarmee veel burgers dagelijks worden geconformeerd.
Is de wetgeving nog langer adequaat?
De rechtbank wil de wetgever vragen de hiervoor geschetste consequenties van de huidige wetgeving onder ogen te zien en zichzelf af te vragen of die wetgeving (nog langer) adequaat is. De rechtbank betrekt daar ook bij dat bij de totstandkoming van de huidige wetgeving de regering zich wel veel moeite heeft getroost om het verhaal van de kosten voor de naheffing van de parkeerbelasting niet als boete (criminal charge) vorm te geven. Maar uit die totstandkomingsgeschiedenis blijkt niet dat de wetgever zo ver heeft willen gaan dat daarmee de rechter nagenoeg alle mogelijkheden moest worden ontnomen om maatwerk te leveren. Misschien heeft de wetgever met het formuleren van de huidige wettelijke regeling de deur voor maatwerk dan ook harder dichtgeslagen dan de bedoeling was, maar die deur blijkt door de tekst van de wet nu wel (nagenoeg) potdicht te zitten.
Betekenisvolle rechtsbescherming
Met alle maatschappelijke opgaven die er momenteel op het bordje van de wetgever liggen, kan de rechtbank zich goed voorstellen dat andere zaken meer prioriteit hebben dan de rechtsbescherming tegen een overheidsmaatregel die (inmiddels) per geval nog geen € 80 bedraagt. Maar daar staat tegenover – wat de rechtbank in haar beslissing van 8 december 2023 ook al heeft genoemd – dat ook een dergelijk bedrag drukt op het besteedbaar inkomen van individuele burgers of gezinnen. In Nederland heeft een toenemend aantal mensen moeite rond te komen en juist voor hen kan het bedrag van dit kostenverhaal hard aankomen. Betekenisvolle rechtsbescherming is voor iedereen van belang, maar vooral voor mensen in een (financieel) kwetsbare positie.
Meer informatie
> Lees de volledige uitspraak
> Binnen Vexpan heeft dit onderwerp al langer de aandacht. Vexpansie: Fiscale parkeerhandhaving met de menselijke maat
> Een aantal Vexpan leden wil samen met het bestuur hiermee aan de slag
Meer nieuws
Kabinet presenteert Actieagenda Auto met aandacht voor elektrisch rijden
Minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft de Actieagenda Auto ‘Toekomstperspectief Automobiliteit’ gepresenteerd. Met daarin ook aandacht voor elektrisch rijden en de uitdagingen rond laadinfrastructuur.
Lees meerRechtbank vraagt wetgever naar wetgeving parkeerbelasting te kijken
Recent heeft de rechtbank Oost Brabant bij de behandeling van een bezwaar een opmerkelijke richting gekozen. Hiermee geeft de rechtbank een signaal af om maatwerk en vraagt de wetgever naar de wetgeving parkeerbelasting te kijken.
Lees meerB&W Amstelveen: 'Betaald parkeren geen melkkoe'
Het parkeerbeleid in Amstelveen geen melkkoe, zo schrijft het college van Amstelveen in een raadsbrief. Het plan om betaald parkeren stapsgewijs in bijna heel de gemeente in te voeren, stuitte op weerstand van bewoners.
Lees meerParking Trend magazine 4/2024 met bijdragen bestuursleden Vexpan
Het decembernummer van Parking Trend magazine van EPA deelt publicaties waarbij Vexpan bestuursleden Peter Dingemans en Ties de Groot betrokken zijn: EPA Fire Safety Advice Toolbox en Parking Data Essentials-serie.
Lees meerScanauto's niet meer ingezet voor opsporen gestolen auto's Amsterdam
De data die scanauto's verzamelen wordt definitief niet meer gebruikt voor de opsporing van gestolen auto's in Amsterdam. De werkwijze leidde tot privacyschendingen en er zijn geen bruikbare alternatieven.
Lees meerWegslepen van auto’s wezenlijk onderdeel parkeerregulering
Het slepen van voertuigen in niet-fiscale situaties is een wezenlijk onderdeel van een goede parkeerregulering. Dit kan teniet gedaan worden door foutgeparkeerde voertuigen. Hoe pas je dit toe in tijden van toenemende parkeerdruk?
Lees meerOp de hoogte blijven?
Wil je op de hoogte blijven van onze nieuwsberichten? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief. Of volg ons op onze sociale media.