Uitreiking Q-Park Student Award 2024

Op 13 november 2024 is in het Walhalla-theater in Rotterdam opnieuw de Q-Park Student Award uitgereikt. Gezien de kwaliteit en het unieke belang van elke afzonderlijke scriptie heeft de jury besloten geen winnaar te selecteren en alle drie finalisten dezelfde prijs van € 1500,- toe te kennen. Frank De Moor, CEO van Q-Park, prees het enthousiasme van de studenten voor parkeren en mobiliteit. Een verslag en toelichting op de scripties.

 

Van de redactie Vexpansie  | Peter Martens, redactielid 

 

Dit jaar zijn de volgende scripties uit alle inzendingen geselecteerd:

  • Laura Drechsel (TU Delft) – Stories of Aging and Access: Exploring Capabilities and Challenges of Accessibility for Urban Elderly through Microstories.
  • Evi Rombouts (Universiteit Antwerpen) – Positioneren van geschikte locaties voor dropzones voor free-floating vormen van micromobiliteit.
  • Agata Oskroba (Universiteit Maastricht) – Parking Demand Prediction: Time Series Forecast for Subscription and Reservation Customers with Event-Correction Framework

 

Keynote sprekers
Frank De Moor, CEO van Q-Park, opende het middagprogramma. Hij introduceerde het dagthema ‘Mobility Transition for Communities’ en benadrukte het belang van samenwerking tussen theorie en praktijk: “Iets op papier bedenken is één ding, het in de praktijk brengen iets heel anders. Juist daarom is het belangrijk dat plannen worden onderbouwd met wetenschappelijk onderzoek. De Q-Park Student Award draagt hieraan bij door theorie en praktijk te verbinden en innovatie te stimuleren.” Na zijn introductie droeg hij het woord over aan de keynote sprekers.

 

Rogier André de la Porte, directeur Stedelijke Ontwikkeling bij de gemeente Rotterdam, opende met een korte geschiedenisles over Rotterdam. Daarin stond hij stil bij twee belangrijke gebeurtenissen die van grote invloed zijn geweest op de ontwikkeling van de stad: de opening van de Nieuwe Waterweg in 1872, die de stad met de Noordzee verbond, en de bombardementen van 14 mei 1940.

 

‘Nieuwe vorm van stedelijke mobiliteit’
Vervolgens schetste Rogier de visie van Rotterdam op de mobiliteitstransitie. De stad streeft ernaar om tot 2040 ruim 50 duizend huizen bij te bouwen, waarbij mobiliteit een van de grootste uitdagingen vormt. De stad en haven zijn 24 uur per dag actief, dus het uitsluiten van (regionaal) autoverkeer is daarbij geen optie. De nieuwe aanpak is er dan ook op gericht om op slimme locaties mobility hubs te creëren waar autoverkeer, openbaar vervoer en verschillende vormen van deelmobiliteit samenkomen. In deze nieuwe vorm van stedelijke mobiliteit is bovendien steeds vaker ruimte voor woon- en werkcomplexen met beperkte parkeergelegenheid. Daarbij worden ontwikkelaars uitgedaagd om ruimte te creëren voor andere vervoersvormen.

 

Tot slot beantwoorde Rogier vragen uit het publiek over stedelijke inrichting, fietsbeleid, wegcapaciteit, straatparkeren en milieuzones. Over dat laatste gaf Rogier aan dat ook Rotterdam verwacht in de toekomst milieuzones in te gaan stellen.

 

Hierna was het woord aan Raymond Gense, directeur van Pon Mobility & Public Affairs. Hij vertelde hoe Pon begon als klein boerenfamiliebedrijf en via erfenissen en overnames eerst VW-importeur werd en later eigenaar van het fietsmerk Gazelle. Inmiddels is het bedrijf uitgegroeid tot de grootste fietsfabrikant ter wereld, met een breed portfolio aan merken. Het motto van Pon Holdings is: ‘We move you to a better world’. Pon heeft een lange lijst met innovatieve ideeën op het gebied van mobiliteit. Sommige ideeën zijn succesvoller dan het andere, maar de deelauto- en deelfietsconcepten Greenwheels en Swapfiets zijn opvallende successen.

 

‘Verbonden mobiliteitsconcepten’
Volgens Raymond heeft de opkomst van elektrisch ondersteunde deelmobiliteit de weg vrijgemaakt voor nieuwe, verbonden mobiliteitsconcepten. Een eerste reisplan-app in de vorm van een B2C MaaS-concept (Mobility as a Service), waarbij openbaar vervoer en deelmobiliteit geïntegreerd werden aangeboden, bleek niet succesvol omdat de kosten voor de consument nog niet opwegen tegen het gemak. Daarentegen hebben B2B MaaS-oplossingen, waarbij het bedrijfsleven of overheden vaak bewust groene keuzes maken, hun levensvatbaarheid wel bewezen.

 

Lokale vervoers- en mobiliteitsbeleid bepalend
Een belangrijke conclusie uit de ervaring van Pon Holdings is dat het lokale vervoers- en mobiliteitsbeleid bepalend is voor het succes van mobiliteitsconcepten uit de markt. Het platform Natuurlijk!Deelmobiliteit kan daar een belangrijke rol in spelen. Oorspronkelijk is dit platform opgericht als samenwerkingsverband tussen gemeenten, maar sinds kort nemen ook marktpartijen deel. Raymond hoopt dat dit zal bijdragen aan een betere afstemming tussen beleid en markt, zodat de maatschappelijke mobiliteitstransitie versnelt.

 

 

Uitreiking van de Q-Park Student Award
Na de pauze presenteerden de drie inmiddels afgestudeerde studenten hun scriptie. Elke scriptie werd ingeleid door Giuliano Mingardo, medeoprichter van de Q-Park Student Award en onderzoeker aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

 

Mobiliteit van ouderen
Laura Drechsel (Technische Universiteit Delft) onderzocht de mobiliteit van ouderen in stedelijke gebieden aan de hand van microstories. In de meeste onderzoeken en statistieken worden ouderen vaak als één homogene groep gezien en ligt de nadruk op reistijd naar en bereikbaarheid van de zorg. Deze statistische bereikbaarheid sluit vaak niet aan bij hoe 65-plussers bereikbaarheid en mobiliteit zelf ervaren. Voor haar onderzoek gebruikte Laura referentiegegevens over bereikbaarheid voor ouderen, afkomstig van het Planbureau voor de Leefomgeving.

 

Om inzicht te krijgen in de uitdagingen waarmee ouderen te maken hebben tijdens hun reizen, gebruikte Laura microstories. Aan de hand van interviews met deelnemers probeerde ze een beeld te krijgen van de bereikbaarheid zoals die door ouderen wordt ervaren. Niet alleen van de zorg, maar ook andere reisdoelen zoals mantelzorg, hobby’s en familie. Hierbij kwam ze tot de conclusie dat categorisering op leeftijd geen goede indicator was voor mobiliteit. Gezondheid en de betrouwbaarheid van vervoersopties bleken een beter beeld te geven van de werkelijke bereikbaarheid en mobiliteit.

 

‘Lokale politiek meer oog voor groeiende groep 65-plussers’
Laura concludeert dat de lokale politiek bij het plannen van activiteiten en mobiliteitsvoorzieningen meer oog zou moeten hebben met de uiteenlopende behoeften en beperkingen binnen de groeiende groep 65-plussers. Het is belangrijk om op te merken dat het onderzoek is uitgevoerd in de stedelijke omgeving van Rotterdam. Het verdient dan ook aanbeveling om verder onderzoek te doen in een buitenstedelijke omgeving omdat de voorzieningen en vervoersmogelijkheden daar wezenlijk verschillen van die in de stad.

 

Optimalisatie dropzones free-floating deelsteps
Evi Rombouts (Universiteit Antwerpen) onderzocht twee methoden om dropzones voor free-floating deelsteps te optimaliseren. Als brongegevens gebruikte ze het tijdstip en de locatie van oorsprong en bestemming van elke deelstep-rit van één van de drie aanbieders in Antwerpen in de maand juni. De eerste methode, k-means clustering, identificeert de belangrijkste oorsprongs- en bestemmingslocaties in de stad. De tweede methode, MCLP (Maximum Coverage Location Problem), optimaliseert de spreiding van de locaties zo dat er voor zoveel mogelijk klanten een dropzone binnen een bepaalde straal van hun oorsprongs- of bestemmingslocatie beschikbaar is. Na deze analyse optimaliseerde ze de locaties om zoveel mogelijk aan te sluiten bij ov-haltes.

 

Er zijn duidelijke verschillen tussen de resultaten van beide methoden. De eerste geeft een beter resultaat wat betreft de gemiddelde loopafstand tot een dropzone. De tweede methode geeft betere resultaten wanneer een grens van 200 meter loopafstand wordt gehanteerd. Wanneer het totaal aantal dropzones wordt verhoogd, komen de resultaten van beide methodes dichter bij elkaar. Een nadeel van de MCLP-methode is dat a-locaties prioriteit krijgen, waardoor buitenwijken slechter bediend worden.

 

Advies aan Antwerpen
Een van de conclusies is dat de stad Antwerpen als opdrachtgever in samenwerking met aanbieders moet streven naar minimaal 100 dropzones. Met minder is de dekking, gemeten in van loopafstand, veel slechter. Voor verdere analyse zouden gegevens van alle drie de aanbieders over een langere periode gebruikt moeten worden. Daarmee kunnen ook seizoenseffecten in kaart worden gebracht.

 

Beschikbaarheid voor spontane kortparkeerders
Agata Oskroba (Universiteit Maastricht) onderzocht het parkeergedrag van abonnementhouders en pre-booking-klanten aan de hand van tijdreeksprognosemodellen, met als doel om de beschikbaarheid voor spontane kortparkeerders te optimaliseren. Daarvoor gebruikte ze gegevens van de parkeergarage Zuidplein I in Rotterdam over de periode mei 2022 tot december 2023.

 

De abonnementhouders bleken vooral werkenden te zijn: ’s nachts was de bezetting nog geen 10% van de bezetting op werkdagen overdag, met kleine pieken op zaterdag en zondag. De gegevens over reserveringen omvatten 40.000 transacties over een periode van anderhalf jaar. Daarbij werd ook gekeken naar het verschil tussen de geplande en werkelijke aankomst- en vertrektijd.

 

Agata gebruikte zes statistische prognosemodellen om te bepalen welk model de werkelijke data het best simuleerde. De modellen werden regelmatig opnieuw getraind. Opvallend was dat alle modellen grote afwijkingen vertoonden in de maand december. Dit is waarschijnlijk het gevolg van vrije dagen en afwijkende mobiliteitspatronen onder abonnementhouders.

 

‘Aanbeveling slim prognosemodel’
Analyse van de reserveringen toonde aan dat het verschil tussen de gereserveerde en werkelijke parkeertijd ruimte biedt voor meer spontane kortparkeerders. Op dit moment gaat er gemiddeld 45,5 uur parkeertijd per dag verloren aan ongebruikte reserveringsuren. Een slim prognosemodel zou dit mogelijk kunnen terugbrengen tot 4,5 uur. Het verdient aanbeveling om het model verder te ontwikkelen met data uit meer parkeergarages met verschillende kenmerken.

 

Afsluiting
Na afloop van de drie presentaties bedankte Frank De Moor, CEO van Q-Park, de studenten voor hun werk en prees hij hun enthousiasme voor parkeren en mobiliteit. Hij sloot af met een korte toelichting op de keuze voor deze drie scripties:
• Laura’s persoonlijke benadering met microstories liet op indrukwekkende wijze zien dat senioren geen homogene doelgroep vormen, maar juist zeer diverse belemmeringen ervaren.
• Evi voerde haar onderzoek uit in Antwerpen, maar de theorie is uitstekend toepasbaar op andere locaties.
• Agata’s econometrische aanpak is zeer relevant voor de exploitatie van parkeerfaciliteiten en breed toepasbaar op verschillende locaties.

 

Gezien de kwaliteit en het unieke belang van elke afzonderlijke scriptie heeft de jury besloten geen winnaar te selecteren en alle drie finalisten dezelfde prijs van € 1500,- toe te kennen.

 

Q-Park Student Award
Deze award werd in 2014 geboren uit de samenwerking tussen Q-Park en de Erasmus Universiteit Rotterdam. Studenten van alle Europese universiteiten met een bachelor- of masterscriptie op het gebied van parkeren en stedelijke mobiliteit kunnen deelnemen. Alle inzendingen worden door een wetenschappelijk panel beoordeeld op onderzoekskwaliteit. Uit deze shortlist kiest een vakjury de beste drie scripties, die tijdens dit evenement worden gepresenteerd. Deze wedstrijd voor young professionals binnen dit vakgebied is uniek in Europa.

 

Download de presentaties

 

Meer informatie
> Foto’s: Q-Park, PuurID
> Q-Park, lid van Vexpan
> Erasmus Universiteit Rotterdam

Tags

Q-Park Student Award Onderzoek

Bekijk meer artikelen

Wegslepen van auto’s wezenlijk onderdeel parkeerregulering

Het slepen van voertuigen in niet-fiscale situaties is een wezenlijk onderdeel van een goede parkeerregulering. Dit kan teniet gedaan worden door foutgeparkeerde voertuigen. Hoe pas je dit toe in tijden van toenemende parkeerdruk?

Lees meer

Uitreiking Q-Park Student Award 2024

De Q-Park Student Award 2024 is uitgereikt. Gezien de kwaliteit en het unieke belang van elke afzonderlijke scriptie heeft de jury besloten geen winnaar te selecteren en alle drie finalisten dezelfde prijs van € 1500,- toe te kennen.

Lees meer

Vernieuwde Beleidsregels Parkeren Nijmegen

Bijna jaarlijks worden de Beleidsregels Parkeren herzien, passend binnen vastgestelde Parkeernota. Hierin staan de parkeernormen bij ruimtelijke ontwikkelingen in Nijmegen voor de komende jaren.

Lees meer

Parkeerbeleid in Beverwijk duidelijker en simpeler

Gemeente Beverwijk versimpelt het parkeerbeleid. Iedereen kan vanaf 1 januari 2025 elke dag het eerste uur gratis parkeren. Dit heeft de gemeenteraad besloten op 14 november. 

Lees meer

Markante personen uit de parkeerwereld | Martin Bartels: ‘Correcte handhaving is het fundament voor parkeerbeheer’

Martin Bartels is al lange tijd werkzaam bij Parkeerbeheer in de gemeente Roosendaal. Met passie vertelt hij over zijn werk, over de stad en over de uitdagingen waar hij dagelijks mee te maken heeft.

Lees meer

Start aanbesteding ondergrondse fietsenstalling en Stationshart Hilversum

Na jaren van voorbereidende werkzaamheden gaat de daadwerkelijke bouw van het Stationshart in Hilversum eindelijk van start. De aanbesteding voor de ondergrondse fietsenstalling en de eerste twee bouwblokken is officieel begonnen.

Lees meer
1 2 3 45