Prijstransparantie laadpalen blijft onder de maat
De transparantie van laadtarieven voor elektrische auto’s blijft steken op een 6,1. Dit blijkt uit de nieuwe Benchmark Prijstransparantie 2025 van het Nationaal Kennisplatform Laadinfrastructuur (NKL). Er zijn wel positieve uitzonderingen, die laten zien dat verbetering mogelijk is.
Grote verschillen
De benchmark toont aan dat er aanzienlijke verschillen bestaan tussen verschillende typen laadpunten. Laadpalen die via een aanbesteding met duidelijke contractafspraken zijn geplaatst, zogeheten concessiepalen, scoren met een 6,8 beduidend beter dan het landelijk gemiddelde. ‘Open markt’-laadpunten scoren gemiddeld een 6,1, terwijl semipublieke laadpunten achterblijven met een 5,5.
Ook tussen aanbieders van laadpassen, in de sector bekend als Mobility Service Providers (MSP’s), zijn de verschillen groot. Hun scores variëren van 4,2 tot 7,4, wat aangeeft dat sommige aanbieders al veel beter presteren dan anderen.
Verontrustende cijfers
De benchmark brengt verschillende zorgwekkende cijfers aan het licht. Slechts 50 procent van de prijzen op facturen komt overeen met de vooraf vindbare prijs. Bij 20 procent van de onderzochte gevallen was vooraf überhaupt geen tarief beschikbaar.
Het inzicht in de prijs tijdens het laden blijft met een score van 0,1 op 1 ver onder de norm. Daarnaast blijkt ad-hoc laden, wat volgens Europese regelgeving verplicht is, bij slechts 53 procent van de laadpunten mogelijk. Dit percentage is sinds 2023 niet verbeterd.
Kansen aanwezig
Roland Ferwerda, directeur van NKL Nederland, benadrukt het belang van de resultaten: ‘Prijstransparantie is geen bijzaak, maar een randvoorwaarde voor vertrouwen in elektrisch laden. Onze benchmark laat zien waar we staan als sector. En vooral waar de kansen liggen om het beter te doen.’
De grote steden, ook wel G4-regio’s genoemd, scoren gemiddeld beter dan het landelijk gemiddelde. Dit is mogelijk te verklaren door een hoger aandeel concessiepalen in deze gebieden.
> Lees verder over concrete acties en toekomstplannen
Meer informatie
> Bron: Nederlandelektrisch.nl
Meer nieuws
ElaadNL introduceert laadplanologie: laadvraag geografisch verplaatsen om stroomnet te ontlasten
Netcongestie en de groei van elektrisch vervoer maken het noodzakelijk om niet alleen te kijken naar wanneer het beste kan worden opgeladen (slim laden), maar ook waar het beste in de laadvraag voorzien kan worden.
Lees meerNetbewust laden elektrische auto maakt verschuiving laadpiek mogelijk
Uit een grote proef van Enexis, Vattenfall, de provincies Noord-Brabant en Limburg blijkt dat het netbewust laden van elektrische auto’s bij openbare laadpalen een verschuiving van de laadpiek mogelijk maakt.
Lees meerNieuwegein staat opladen elektrische auto met kabel over stoep toe
Nieuwegein maakt het voor inwoners zonder eigen oprit mogelijk om hun elektrische auto op te laden met stroom vanuit huis. Mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.
Lees meerDigitaal ‘vangnet’ maakt weg vrij voor elektrische auto’s laden zonder overbelasting stroomnet
Door het opladen van elektrische auto’s lokaal slim aan te sturen en een digitaal ‘vangnet’ toe te voegen, kunnen veel meer EV's probleemloos geladen worden binnen zonder overbelasting van het stroom. Het onderzoeksproject SmoothEMS met Gridshield, wordt hiermee succesvol afgerond.
Lees meerProvincie Gelderland hergebruikt 191 oude laadpalen
Provincie Gelderland en Park&Charge gaan 191 laadpalen hergebruiken. Na een concessieperiode van 10 jaar zijn de laadpalen in 4 maanden tijd gereviseerd om minimaal tot 2032 in exploitatie te gaan volgens de nieuwe normen van de NEN.
Lees meerToelichting Vexpan op brandveiligheid in parkeergarages
Namens de parkeerbranche geeft Vexpan een nadere toelichting op brandveiligheid in parkeergarages. Dit is, niet alleen in de context van EV-voertuigen, al decennia lang een integraal onderdeel bij het ontwerp en de bouw van parkeerfaciliteiten.
Lees meerOp de hoogte blijven?
Wil je op de hoogte blijven van onze nieuwsberichten? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief. Of volg ons op onze sociale media.