Netbewust laden elektrische auto maakt verschuiving laadpiek mogelijk
Uit een grote proef van Enexis, Vattenfall, de provincies Noord-Brabant en Limburg blijkt dat het netbewust laden van elektrische auto’s bij openbare laadpalen een verschuiving van de laadpiek mogelijk maakt. De grootschalige pilot netbewust laden maakt deel uit van een bredere strategie van netbeheerders, laadpaalexploitant, overheid en andere stakeholders om het elektriciteitsnet toekomstbestendig te maken.
Minimaal de helft
De proef liep van november tot en met maart bij bijna 800 openbare laadpalen met zo’n 1.600 laadpunten verspreid over 9 regio’s in Noord-Brabant en Limburg. Het doel was om op piekmomenten meer ruimte te creëren op het stroomnet door het vermogen van laadpalen te beperken.
Dit heeft geleid tot veelbelovende resultaten in het verminderen van netcongestie. De voorlopige uitslag van de proef toont aan dat met beperkte impact voor elektrische rijders minimaal de helft van de laadpiek kan worden verschoven naar de avond en de nacht. De energie die zo vrij komt kan worden gebruikt door huishoudens en bedrijven. Wie echt móet laden kan bovendien gebruik maken van een tijdelijke ‘opt-out’.
Laadsnelheid aangepast
De laadsnelheid van de palen werd tijdens de proef aangepast op basis van de beschikbare ruimte op het stroomnet en het aantal elektrische auto’s dat tegelijkertijd oplaadde. Tijdens piekmomenten, van 15.00 tot 21.00 uur, werd de laadcapaciteit verlaagd. Na 21.00 uur nam de beschikbare netruimte geleidelijk weer toe, waarbij rond 23.00 uur volledig vermogen beschikbaar was. De samenwerking met de app TapElectric zorgde ervoor dat gebruikers via de app geïnformeerd werden over netbeperkingen en konden kiezen voor een opt-out.
De pilot laat zien dat het vaak mogelijk is om het gebruik uit te stellen. Gedurende de nacht is er voldoende stroom beschikbaar om een volledige batterij op te laden. Veel laadsessies worden nog steeds op tijd afgerond, zonder dat gebruikers vroegtijdig hoeven te stoppen met laden. De pilot onderscheidt zich door zijn schaalgrootte, waarbij het aanpassen van bijna 800 laadpalen op het laagspanningsnet een significante impact heeft op laag- en middenspanningsnetten, die weer verbonden zijn met het landelijke hoogspanningsnet.
Meer informatie
> Lees verder: Bron: nederlandelektrisch.nl
Meer nieuws
Onderzoek naar ‘best practices’ voor berging elektrische voertuigen uit parkeergarages
Het NIPV heeft, in opdracht van IenW, onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor het veilig verwijderen van elektrische voertuigen (EV’s) uit parkeergarages bij incidenten.
Lees meerNAL over 2024: stijging laadpunten 25 procent
Het aantal publieke laadpunten voor elektrische auto’s is in 2024 met 25 procent gestegen tot 183.704. Een landelijke dekkingsgraad van 83%, meldt de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL).
Lees meerToename van 10 procent van incidenten met elektrische en hybride voertuigen in 2024
Het NIPV en de Teams Brandonderzoek van de veiligheidsregio’s onderzochten hoe vaak de brandweer in 2024 moest uitrukken voor incidenten met bijvoorbeeld elektrische auto’s.
Lees meerElaadNL publiceert vernieuwde cybersecurity-eisen laadpalen
ElaadNL heeft, in nauwe samenwerking met het European Network for Cyber Security (ENCS), de vernieuwde cybersecurity-eisen voor laadinfrastructuur van elektrische voertuigen gepubliceerd.
Lees meerLancering nieuw dataplatform voor laadpalen: DOT-NL
Tijdens het jaarlijkse event van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur is het dataplatform DOT-NL gelanceerd. Dit platform bundelt actuele informatie over het Nederlandse laadnetwerk.
Lees meerElaadNL introduceert laadplanologie: laadvraag geografisch verplaatsen om stroomnet te ontlasten
Netcongestie en de groei van elektrisch vervoer maken het noodzakelijk om niet alleen te kijken naar wanneer het beste kan worden opgeladen (slim laden), maar ook waar het beste in de laadvraag voorzien kan worden.
Lees meerOp de hoogte blijven?
Wil je op de hoogte blijven van onze nieuwsberichten? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief. Of volg ons op onze sociale media.