Parkeeroplossing in strijd met parkeerbeleid

Een omgevingsvergunning voor een nieuwbouw­complex gaat tot twee keer toe onderuit, terwijl er niet één maar zelfs twee parkeeroplossingen zouden zijn. Dat het toch misgaat, komt – helaas – door een formele reden, zo blijkt. Onnodig, zo lijkt het. Wat ging er fout en welke oplossingen zijn er?

[Dit artikel verscheen eerder in Vexpansie 2020-1 | Tekst Maaike de Wit, advocaat partner Straatman Koster Advocaten]

 

Opnieuw ging het mis – zelfs voor de tweede keer – met de omgevingsvergunning voor een Amsterdams nieuwbouwcomplex met een (appartementen) hotel, detailhandel, supermarkt en horeca in de Jan Pieter Heijestraat in Oud-West (uitspraak van 22 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:215). En dat terwijl er niet één maar zelfs twee parkeeroplossingen zouden zijn. Dat het toch mis gaat, komt – helaas – om een formele reden, zo blijkt: beide parkeeroplossingen zijn volgens het formele beleid niet mogelijk, althans, onvoldoende aannemelijk gemaakt.

 

De feiten

Voor dit nieuwbouwplan was een omgevingsvergunning eerste fase verleend, dit mede gebaseerd op de Parkeernota Stadsdeel West 2012-2020 (hierna: ‘Parkeernota’). Nadat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: ‘Afdeling’) in een eerdere uitspraak had geoordeeld dat de parkeeroplossing niet voldeed, heeft B&W ingestemd met een nieuw parkeeradvies. Daarin werd aangegeven dat het bouwplan tot een parkeerbehoefte van 19 parkeerplaatsen zou leiden en dat deze parkeerbehoefte opgevangen kan worden in de buurt, omdat daar voldoende parkeerruimte is voor 19 extra auto’s. Dit zou volgens B&W uit metingen uit 2011, 2012, 2014 en 2017 blijken. Bovendien zou er op 8 minuten loopafstand een parkeergarage zijn gelegen, die een goed alternatief zou kunnen zijn.

 

Het probleem

Het probleem: de parkeeroplossing is in strijd met het beleid. De Afdeling volgt de bovenstaande redenering niet en verwijst daarbij naar de Parkeernota. Op grond van die Parkeernota mag kennelijk een nieuw bouwinitiatief geen significante extra parkeerclaim op de openbare ruimte tot gevolg hebben. En als dat wel zo is, dan moet die significante extra parkeerclaim worden opgevangen in een parkeervoorziening.

De Afdeling constateert dat in de Parkeernota niet is gedefinieerd wat onder een ‘significante extra parkeerclaim’ moet worden verstaan, maar dat daarin wel is aangegeven dat een bouwplan met 5 tot 8 woningen geen significant effect zou hebben. Nu het in dit geval om een veel groter bouwproject gaat, is er een significante parkeerbehoefte. In die situatie mag de parkeerbehoefte volgens de Parkeernota niet in de openbare ruimte worden opgevangen en moet er worden uitgeweken naar een parkeervoorziening. Opvang in de buurt – zoals B&W voor ogen heeft – is volgens de Parkeernota dus niet mogelijk. Dat de garage De Hallen een goed alternatief zou zijn, is volgens de Afdeling niet gemotiveerd en bovendien zijn in die garage geen plekken gereserveerd voor dit bouwplan. Het parkeeronderzoek dat ter onderbouwing van het bouwplan was opgesteld/uitgevoerd door Goudappel Coffeng, geeft geen aanleiding voor een ander oordeel, nu ook daarin wordt geconcludeerd dat de parkeerbehoefte kan worden afgewikkeld in de omgeving terwijl dat nu juist in strijd is met de Parkeernota. De Afdeling vernietigt dus het besluit van B&W omdat de inhoud ervan in strijd is met de eigen Parkeernota. Dit is jammer, maar lijkt oplosbaar.

 

De oplossing

Als het echt zo is dat in de buurt en/of in de nabije parkeergarage voldoende parkeercapaciteit is, dan zou dat een oplossing moeten kunnen zijn voor de parkeerbehoefte. Het parkeerbeleid van het stadsdeel is erop gericht dat de parkeerdruk in de openbare ruimte niet toeneemt. Om toch dit bouwplan te kunnen vergunnen, zijn er dan een aantal opties:

 

  • Binnen bestaande beleid
    Binnen de contouren van het bestaande beleid, zou er alsnog aangetoond kunnen worden dat de alternatieve parkeergarage voldoende restcapaciteit heeft voor de lange termijn. Er zullen dan voldoende vrije plekken moeten zijn (19) die door de bezoekers/gebruikers van het bouwplan ook daadwerkelijk kunnen worden gebruikt, bijvoorbeeld door middel van gereserveerde plekken. Daarbij zal dan ook – indien nodig – rekening moeten worden gehouden met een eventuele stijgende parkeerbehoefte als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen in de directe omgeving die eveneens van deze garage gebruik zullen gaan maken.
  • Afwijking van beleid
    Als dit alles geen optie is, dan kan bekeken worden of er van het bestaande beleid kan worden afgeweken. Het parkeerbeleid laat zelf wellicht zo’n afwijking toe. Mocht dat niet mogelijk zijn, dan kan op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van het bestaande beleid worden afgeweken.
  • Aanpassing van beleid
    Een derde optie is om het bestaande beleid te wijzigen. Er zou nieuw parkeerbeleid kunnen worden vastgesteld dat wèl voorziet in de mogelijkheid om de parkeerdruk in de openbare ruimte op te vangen als daar voldoende capaciteit is. Het beleid zal dan onder meer moeten beschrijven waarom tot deze koerswijziging wordt besloten, wat dan ‘voldoende capaciteit’ is en hoe dat moeten aangetoond.

 

De Conclusie

Werk aan de winkel dus, maar het is prima vergunbaar als er inderdaad voldoende plek in de buurt en/of in de garage is.

 

MAAIKE DE WIT,  advocaat partner

Straatman Koster Advocaten

 

Tags

juridisch parkeerbeleid omgevingsvergunning

Bekijk meer artikelen

Is parkeerbeleid nog nodig?

Steeds minder gemeenten stellen parkeerbeleid op. Deze tendens sluit aan bij de constatering dat parkeren geen losstaand beleidsveld meer is

Lees meer

Parkeergarage Rokin: in alles uitdagend!

Hartje Amsterdam ter plaatse van Metrostation Rokin lag al jarenlang het casco van de gelijknamige parkeergarage.

Lees meer

Norm toegankelijkheid gebouwen in aantocht

Gebouwen, dus ook parkeergarages zouden voor iedereen, dus ook voor mensen met een beperking makkelijk toegankelijk moeten zijn. Daar lijkt nu schot in te komen door een nieuwe brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) over de voortgang van het Actieplan Toegankelijkheid voor de Bouw.

Lees meer

Parkeervisie Leiden De nieuwe ingeslagen weg van auto- en fietsparkeren

Leiden heeft flinke ambities voor de toekomst, zo bleek bij het aantreden van het nieuwe college in 2018 en het nieuwe beleidsakkoord 2018-2022. Ambities op het gebied van onder meer duurzaamheid, mobiliteit en parkeren.

Lees meer

Coronacrisis vergroot belang bereikbaarheid en parkeren van winkelgebieden Van basis- naar bestaansvoorwaarde

Er is een tijd geweest waarin er in Amsterdam iedere zaterdag een file stond vanaf het Rokin tot aan de parkeergarage van de Bijenkorf. Die tijd is voorbij.

Lees meer

100 aangesloten gemeenten na 10 jaar SHPV en op naar 1 NPVR

Het SHPV (Servicehuis Parkeer-en Verblijfsrechten) is op 22 juni 2010 als coöperatie van en voor gemeenten opgericht, met als doel het marktneutraal faciliteren van een landelijke voorziening voor het vastleggen en ontsluiten van parkeer-en verblijfsrechten

Lees meer
1 41 42 43 44 45