Markante personen uit de parkeerwereld: Hans van Roosmalen
Hans van Roosmalen geniet al een aantal jaren van zijn pensioen. In zijn loopbaan is hij lange tijd bij een aantal Brabantse gemeenten manager geweest van het parkeerdomein. Na een lange periode bij de gemeente Tilburg werkte hij een aantal jaar in Eindhoven en daarna bij de gemeente Oss. Zijn loopbaan sloot hij af met een aantal werkzaamheden voor de gemeente Uden. We spreken hem over zijn loopbaan en over zijn visie op gemeentelijk parkeren.
[Dit artikel verscheen eerder in Vexpansie 2022-1. | Tekst: Jeroen Quee en Sjoerd Stienstra, redactie Vexpansie]
Hans, hoe ben je ooit in het parkeervak terecht gekomen?
Bij mijn opleiding op de HTS kwam ik al in aanraking met parkeren: mijn afstudeerproject was een parkeergarage in Tilburg. Maar daarna heb ik jarenlang niets meer met parkeren gedaan. Na mijn studie heb ik eerst bij DHV gewerkt als adviseur om daarna aan de slag te gaan als beleidsmedewerker verkeersplanologie bij de gemeente Tilburg. Nadat ik – als onderdeel van mijn taak als verkeerskundige – een Parkeernota had opgesteld werd mij gevraagd om dan ook de parkeerorganisatie op te zetten. In die tijd waren alle parkeertaken nog sterk versnipperd over de gemeentelijke organisatie – niet alleen in Tilburg maar bij veel gemeenten. Dat gold vooral voor de uitvoering, terwijl daar toch juist veel kosten werden gemaakt maar ook de opbrengsten werden gegenereerd.
Hoe zet je een gemeentelijke parkeerorganisatie op?
Kenmerk voor een gemeentelijk parkeerbedrijf – zoals dat toen in Tilburg werd opgezet – was de vrijheid in de bedrijfsvoering, uiteraard wel met controle en goedkeuring door de gemeenteraad. Maar het was niet meer zo dat elke afzonderlijke uitgave in de Raad moest worden behandeld.
Een andere belangrijke component was de handhaving. Lange tijd was het zo geweest dat de politie de handhaving verzorgde en de boetegelden naar het Rijk vloeiden. Parkeercontrole had bij de politie echter niet zo’n hoge prioriteit. Daar leed dan weer de parkeeropbrengst onder doordat de betalingsgraad laag was.
De introductie van de naheffingsaanslag als boete voor het niet betalen voor parkeren, als uitwerking van de fiscalisering, was de ontwikkeling die het grootste verschil maakte. Hierdoor konden gemeenten zelf de handhaving organiseren en de opbrengsten zelf houden. Samen met andere gemeenten hebben we daar -ook binnen Vexpanverband- intensief voor geijverd. Door de naheffingsaanslag kreeg je grip op alle componenten van het parkeren. Voor de handhaving werden BOA’s ingezet die daarmee een bekende verschijning werden in het straatbeeld.
Hoe ontwikkelde het Parkeerbedrijf zich in de loop der jaren?
Doordat er in de 90’er jaren door de gemeente Tilburg meerdere parkeergarages werden gebouwd veranderde de financiële structuur van het parkeerbedrijf. Immers, parkeergarages vergen hoge investeringen en die moet je terugverdienen. Tegelijkertijd werd er minder op straat geparkeerd waardoor de opbrengsten minder werden – het parkeren in de parkeergarages werd gestimuleerd door een lager tarief en er waren minder opbrengsten vanuit de naheffingen – niet dat dat ooit een doelstelling was overigens. Het ging vooral om een zo hoog mogelijke betalingsgraad. Doordat het verkeer groeide en ook de tarieven stegen lukte het niettemin om de parkeerexploitatie bevredigend te houden.
Welke rol had je als hoofd van het parkeerbedrijf bij de bouw van de parkeergarages?
Mijn rol was vooral het zorgen voor een goede parkeerkwaliteit en dat vooral door erop toe te zien dat in het ontwerp de dimensionering van de parkeervakken en rijwegen voldeed. Hoewel er al richtlijnen bestonden werd daar in die jaren nog niet altijd even goed rekening mee gehouden. In Tilburg heb ik daar altijd veel aandacht aan besteed en dat heeft gelukkig geresulteerd in mooie en goed functionerende parkeergarages. Later, bij de gemeente Oss heb ik ook de gelegenheid gehad om een parkeergarage met een hoge kwaliteit te laten bouwen. Er bestond in die tijd nog wel een zekere weerstand om een parkeergarage binnen te rijden. We hebben toen contact opgenomen met rijschoolhouders, die het rijden in een parkeergarage in hun programma opnamen, en zo is die weerstand geleidelijk afgenomen.
In onze aanpak stond de parkeerder, de bezoeker van de stad, steeds centraal. De parkeerder komt niet primair naar de stad om te parkeren, maar de parkeergarage bepaalt wel de eerste indruk van het bezoek aan de stad. Het gaat er dan ook om dat de parkeerder zich als gewaardeerde klant welkom voelt.
Onze indruk is dat er niet meer zoveel gemeentelijke parkeerbedrijven zijn als een jaar of 15 geleden, wat zou daarvan de oorzaak zijn?
Ik herken dat inderdaad wel. Dat heeft er vooral mee te maken dat de prioriteit voor gemeenten toch meer is komen te liggen bij het parkeerbeleid, in samenhang met ruimtelijke ordenings- en mobiliteitsbeleid, en minder sterk op het parkeren als ‘bedrijf’. Het verminderen van het autoverkeer en de kwaliteit van de (binnen-)stedelijke omgeving gaat voor het faciliteren van autoverkeer of zelfs het aantrekken van auto’s om daar inkomsten uit te genereren.
Je hebt in verschillende steden gewerkt aan parkeren, zag je daarin ook nog verschillen?
Ja, geen stad is gelijk natuurlijk. Dat heeft aan de ene kant te maken met de bestuurscultuur: in kleinere steden zijn de lijnen vaak wat korter dan in grotere, complexere organisaties. Maar daarnaast zijn vooral de inhoudelijke accenten sterk bepalend voor je werk. Zo was bijvoorbeeld in Tilburg naast het autoparkeren vooral ook het fietsparkeren een belangrijk onderdeel van mijn werk. De gemeente wilde fietsverkeer weren uit het voetgangersgebied, en dat ondersteunen met (gratis) fietsparkeermogelijkheden bij de ingangen van het voetgangersgebied. Daarbij hebben we onder andere de ondergrondse fietsenstalling onder de Heuvel gerealiseerd, naar mijn mening nog steeds een van de mooiste van Nederland, die voldoet aan de eisen die je aan fietsenstalling mag stellen: ruim, helder, licht, schoon en bewaakt. In Uden daarentegen was de centrale vraag in eerste instantie het opzetten van een bedrijfsplan parkeren, en kwamen daar verschillende vervolgtaken uit voort, tot het realiseren van een parkeergarage aan toe.
En in Oss was digitalisering van het parkeren een kernpunt. Samen met Desyde hebben we daar toen een heel digitaal belanghebbenden-parkeersysteem uitgewerkt, compleet met een regeling voor bezoekersparkeren. Dat was een boeiende, uitdagende opgave, vooral ook door de hoge mate van gegevensbeveiliging die daarbij vereist is. Oss was destijds een voorloper bij de digitalisering van parkeren.
> Tekst: Jeroen Quee (Sweco) en Sjoerd Stienstra, redactie Vexpansie
Bekijk meer artikelen
Winkelbestedingen en de vervoerwijze van klanten
De laatste tijd is de discussie over het belang van automobilisten, fietsers en voetgangers in winkelgebieden weer opgelaaid. Hoogste tijd dus om eens nader te kijken naar wát nu eigenlijk gemeten wordt in deze onderzoeken.
Lees meerGouda legt vier scenario’s betaald parkeren voor aan inwoners
De gemeente Gouda gaat eind oktober vier scenario’s voor invoering van betaald en vergund parkeren voorleggen aan de inwoners van Korte Akkeren en Kort Haarlem.
Lees meerOp steeds meer plekken betaal je om te parkeren, 'worsteling voor gemeenten'
Gisteren berichtte NOS Nieuwsuur over de ‘worsteling van gemeenten' over betaald parkeren en de parkeermythen. De datajournalist van Nieuwsuur benaderde Vexpan hoe hij de toename van betaald parkeren in Nederland in kaart kon brengen.
Lees meerNationaal Laadonderzoek 2024: elektrische rijder wil slim laden
Steeds meer elektrische rijders zien de voordelen van slim laden bij de laadpaal, zo blijkt uit Nationaal Laadonderzoek 2024. Het jaarlijkse onderzoek, dit jaar de vijfde editie, is het grootste landelijke onderzoek naar de meningen en ervaringen van elektrische rijders (EV-rijders).
Lees meerMaximumbedrag naheffingsaanslag parkeerbelasting 2025 vastgesteld
Per 1 januari 2025 mogen gemeenten maximaal € 78,80 in rekening brengen voor de kosten die zijn gemoeid met het opleggen van een naheffingsaanslag parkeerbelasting.
Lees meerVernieuwde whitepaper brandveiligheidsrisico’s parkeergarages onder gestapelde woningbouw
BBN heeft een vernieuwde versie uitgebracht van de whitepaper over brandveiligheidsrisico’s bij parkeergarages tot 1.000 m2 onder gestapelde woningbouw. De uitgave is gericht op gebouweneigenaren, appartementseigenaren en vastgoedbeheerders met een onderliggende parkeergarage tot 1.000 m2 oppervlakte.
Lees meer